De baggergroep DEME uit Zwijndrecht heeft haar diversificatiestrategie verder uitgebreid in de richting van diepzeemijnbouw. De onderneming gaat de zeebodem afschrapen op zoek naar mangaanbollen. Die steken vol dure mineralen zoals nikkel, koper, kobalt, mangaan, omlybdeen en andere zeldzame grondstoffen.
DEME heeft zich internationaal opgewerkt tot marktleider in baggerwerken, waterbouw, landwinning en milieusanering. De groep tekende in de afgelopen jaren al enkele diversificatieplannen uit. Zoöok in de bouw van windmolens op zee. Met dochterondernemintg C-Power werd een kunstmatig eiland in zee gebouwd van waarop windenergie naar land worft gebracht.
“Men verklaarde ons tien jaar geleden een beetje gek toen wij onze plannen voor winenergie op zee lanceerden”, zei Alain Bernard, de topman van DEME in een gesprek met de krant De Tijd. “Met diepzeemijnbouw ambiëren we nu hetzelfde als met onze windmolens.”
DEME nam enkele tijd geleden het bedrijf G-tec Sea Mindral Resources (GSR) uit Oostende over. De KMO is een specialist in bodemonderzoek en op zichzelf een dochteronderneming van het Waalse ingenieursbedrijf G-tec. GSR verwierf enkele tijd geleden een concessie van 15 jaar de Verenigde Naties voor het zoeken naar mineralen in het oosten van de Stille Oceaan. Het gebied is minstens vier keer zo groot als België. GSR gaat er aan diepzeemijnbouw doen op een diepte van liefst vier kilometer.
In dit opzicht werd een robot ontwikkeld die de mangaanknollen naar boven kan halen. In de komende jaren zal de techniek verder ontwikkeld worden. In dit opzicht zullen ook nieuwe schepen moeten besteld worden en industrieel-financële partners gezocht.
Bernard steekt niet weg dat het nog te vroeg is om nu al het totale plaatje van diepzeemijnbouw uit te tekenen. DEME maakt er zich echter klaar voor. Over vijf jaar wil de groep er helemaal staan.
DEME realiseerde verleden jaar een omzet van zowat 2,5 miljard euro en telt 4500 werknemers. De groep wordt aangestuurd door de holding Ackermans & van Haaren
