Het waterzuiveringsbedrijf Aquafin heeft in Antwerpen verscheidene groene onderhoudswerken uitbesteed aan de sociale onderneming Levanto. Daartoe worden openbare aanbestedingen uitgeschreven waarop kwaliteit en prijs de enige criteria vormen. Levanto slaagde er niettemin toch in om contracten binnen te halen. Het bedrijf speelt in dit opzicht vooral zijn flexibiliteit uit;
Aquafin beheert zo’n 300 rioolwaterzuiveringsinstallaties in het Vlaamse land. Soms grote en opvallende constructies, soms kleine ondergrondse installaties met een rietveld. Daarnaast exploiteert Aquafin nog 1430 pompstations en bergbezinkingsbekkens. Bijna overal bestaat een substantieel stuk van het domein uit groengebied. En voor het onderhoud daarvan kijkt Aquafin naar externe aannemers. Onder andere naar Levanto, een partner uit de sociale economie.
Marc Van Hullebusch, groen-verantwoordelijke bij Aquafin daarover in een gesprek met de website Ondernemen in Antwerpen: “Voor al onze grote onderhoudswerken, volgen we een openbare aanbestedingsprocedure. Daarop kan iedereen intekenen – bedrijven uit reguliere en sociale economie. Kwaliteit en prijs zijn daarbij de enige criteria. We geven dus geen voorrang maar beoordelen de aanbestedingsdossiers erg objectief. Het resultaat is een goed mix van reguliere en sociale bedrijven, van zeer grote tot kleine familiale aannemers.
Levanto won onder meer de aanbestedingen voor onderhoud van de Antwerpse Aquafin-sites bij de Noordersingel in Deurne en aan Petroleum-Zuid. Daar werken nu twee ploegen van zes à acht man aan het groenonderhoud.
Levanto is een sociale onderneming die langdurig werklozen inschakelt opleidt en activeert. Aan het einde van zo een traject kunnen ze doorstromen naar de reguliere economie, met een forse loonkostenkorting voor de nieuwe werkgever. Bij Levanto passeren elk jaar bijna tweeduizend werkzoekenden. Iets meer dan zestig procent van hen vindt na dat traject ook werk in de reguliere economie.
Peter Bakelants, instructeur-werfplanner bij Levanto: “Al onze mensen vertrekken hier na ten laatste 12 maanden. En 60% van hen moet terecht komen in de reguliere economie. Dat betekent natuurlijk dat een erg groot stuk van onze taak te maken heeft met opleiding. Veel mensen die hier bij de groendienst starten, hebben eerder nooit gelijkaardig werk gedaan. Maar na een jaar moeten ze wél de nodige kennis van planten en bomen hebben, én overweg kunnen met grote grasmaaiers, bosmaaiers, kettingzagen, … Het is de taak van onze instructeurs om hen on the job die zaken aan te leren.”
Marc Van Hullebusch: “De onderhoudstaken bij Aquafin zijn ideaal voor Levanto. Er is hier veel gevarieerd werk waardoor arbeiders snel kunnen bijleren. Bovendien liggen de vereisten voor afwerking op een industrieterrein net iets lager dan in een grote privétuin of een park. Hier is dus wat marge voor beginnersfoutjes.”
Peter Bakelants: “Ons grootste voordeel is onze flexibiliteit. Ons team telt 24 arbeiders en die grootte geeft ons de mogelijkheid om vlot in te spelen op wisselende noden van klanten. Dat is ideaal voor langlopende projecten zoals bij Aquafin, maar ook voor korte, onvoorziene tussenkomsten na een storm of zo.”
Marc Van Hullebusch: “Klopt. Voor dat soort kleine opdrachten schrijven we geen aanbesteding uit maar polsen we naar de prijs en beschikbaarheid bij onze vertrouwde partners. Levanto kan zich dan altijd erg soepel buigen naar onze vraag. Maar die flexibiliteit is echt niet het enige criterium. Ook kwaliteit speelt een rol. We zouden niet gemakkelijk een tweede en een derde opdracht aan Levanto gunnen als we niet erg tevreden zouden zijn over de kwaliteit. Ik weet dat andere bedrijven daar vaak aan twijfelen en dan beslissen om niet samen te werken met sociale economiepartners – maar bij ons is dat nog nooit tegengevallen. Integendeel.”
Marc Van Hullebusch: “We merken dat we steeds vaker samengestelde teams op onze sites tegenkomen. Dat wil dan zeggen dat een klassiek tuinbedrijf de handen in elkaar slaat met een sociale partner voor specifieke taken. Dat vinden wij best.”
Peter Bakelants: “Ook voor ons is dat een goede manier van werken. Onze mensen zijn nog volop in opleiding en dus vaak beter geschikt om eenvoudigere taken uit te oefenen. De meer complexe opdrachten gaan dan naar de medewerkers van het andere tuinbedrijf. Bovendien ontstaat er zo een band tussen de twee bedrijven, wat de doorstroom van medewerkers vergemakkelijkt.”