“Er zijn bij de mannen drie dingen die levenslang blijven groeien”, zegt Wilfried Woesthuis, CEO van Minze Health. “Dat zijn de oren, de neus en de prostaat. Die laatste kan bij mannen van over de vijftig jaar de plasbuis dichtdrukken, waardoor ze moeilijker kunnen plassen. Zeker de helft van de mannen van boven de zestig jaar heeft er last van.”
Wilfried is een marketingspecialist, en geen uroloog. Maar hij heeft Minze Health (het woord ‘Minze’ is Duits voor munt, de naam verwijst naar de frisse wind die het bedrijf in de urologie wil laten waaien) wel met de urologen Stefan De Wachter en Gunter De Win opgericht. Beide dokters zijn verbonden aan het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA).
Uroloog geeft code voor een app
Minze Health, dat vijftien mensen tewerkstelt in het centrum voor start-ups Dunden in de Lange Gasthuisstraat in Antwerpen, heeft nu 4,8 miljoen euro opgehaald bij verschillende Vlaamse investeerders, waaronder het overheidsagentschap Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) en dus de belastingbetaler, voor de ontwikkeling van een applicatie op de smartphone, die ervoor zorgt dat oudere heren met beginnende plasproblemen niet meer naar de kinesist moeten gaan.
“Je gaat dan naar de uroloog en die geeft je een code om de app te downloaden op je smartphone”, zegt Wilfried. “Je krijgt ook een beker waarin je gedurende twee of drie dagen moet plassen. In die beker zit technologie die automatisch het volume van je urine en de frequentie van je plasbeurten berekent. Tegelijk geef je ook je drinkgedrag in op de applicatie. Al die gegevens komen samen op een platform, waarna de uroloog een heel nauwkeurige diagnose kan stellen. Dan volgt een behandeling. Niet door een zorgverlener, wel door de app.”
“Er zijn bij de mannen drie dingen die levenslang blijven groeien. Dat zijn de oren, de neus en de prostaat. Die laatste kan bij mannen van over de vijftig jaar de plasbuis dichtdrukken, waardoor ze moeilijker kunnen plassen”
Wilfried Woesthuis
Door de app? “Ja, normaal gezien gebeurt dat bij een kinesist. Maar veel patiënten houden die bezoeken aan de kinesist niet vol”, zegt Wilfried. “Onze app treedt in de plaats van de kinesist en geeft automatisch boodschappen: drink ’s avonds niet, doe oefeningen voor je bekkenbodem met een filmpje erbij van hoe het moet, hou je benen ’s avonds omhoog houdt zodat het vocht wegloopt en je ’s nachts minder moet plassen, enzovoort. Op het einde vul je een digitale vragenlijst in. Op basis daarvan kan de uroloog vaststellen in welke mate je bent vooruitgegaan.”
Eerst in Frankrijk en Duitsland
Er is wel een opmerkelijk feit aan deze app: ze is door en door Antwerps en ze wordt deels gefinancierd met Vlaams belastinggeld, maar ze zal toch eerst worden uitgetest in Duitsland en Frankrijk, en dus niet in Vlaanderen. Hoe komt dat? “Omdat onze app daar sneller door de ziekteverzekering wordt terugbetaald, en bijgevolg sneller betaalbaarder zal zijn voor een grote groep mensen”, zegt Wilfried. “In Duitsland wordt onze app al terugbetaald als we volgens een vastgelegd meetsysteem een verbetering van 15 procent kunnen laten zien bij een groep van twintig patiënten. In Frankrijk is de regeling gelijkaardig. In België zouden we veel geld moeten investeren in deze app, met een onzekere uitkomst.”
Uriflowmeter in Verenigde Staten
Minze Health lanceert dit jaar ook een uriflowmeter voor thuisgebruik in de Verenigde Staten, en dus ook weer niet in België. “Wij leveren die meters, die dienen om de kracht van een urinestraal te meten om zo de plasproblemen in kaart te brengen, nu al aan Belgische en buitenlandse ziekenhuizen”, zegt Wilfried. “Maar eigenlijk is het niet zo optimaal om dat in een ziekenhuis te meten. Je moet dan met een volle blaas in de wachtzaal van de uroloog gaan zitten, onder stress plassen, en vaak is één plasbeurt ook niet genoeg om de problemen in kaart te brengen. Het is beter om thuis testen af te leggen. Wij hebben een uriflowmeter ontwikkeld om thuis in te plassen, maar die wordt in België en andere Europese landen niet terugbetaald door de ziekteverzekering. In de Verenigde Staten sinds kort wel. Daarom gaan wij een deel van onze opgehaalde 4,8 miljoen euro gebruiken om de meter daar op de markt te brengen.”