De drie Franse bedrijven die sterk aan het lobbyen zijn om hun gezamenlijk project, het Rafale-gevechtsvliegtuig, aan het Belgische leger te verkopen hebben vorige vrijdag in Antwerpen een reeks Belgische industriëlen ontmoet. Ze kwamen uitleggen welke samenwerkingsmogelijkheden er zullen zijn als hun gevechtsvliegtuig, de Rafale F33, door het Belgisch leger zou worden gekozen.
De drie Franse bedrijven zijn Dassault Aviation, Safran en Thales. Samen vormen ze het consortium Rafale International. Ze kwamen aan de industriëlen hun technologische expertise voorstellen in het domein van C4I (“Command, Control, Communications, Computers and Intelligence). “Die vier elementen worden door de Belgische overheid als strategisch genoemd met het oog op de aankoop van een nieuw gevechtsvliegtuig”, zo klinkt het in een persbericht van het consortium. Het stelt nog meer ontmoetingen in het vooruitzicht.
Buiten de Rafale F3R zijn er nog vier kandidaten om de F-16’s op te volgen. Het gaat om de F-35 Lightning II van het Amerikaanse Lockheed Martin, de JAS-39E Gripen van het Zweedse Saab en de Eurofighter Typhoon van een Europees consortium. Er was ook een Amerikaanse deelnemer, de F/A-18 E/F Super Hornet. Maar constructeur Boeing trok die onlangs uit de race terug.
De regering wil 34 nieuwe gevechtsvliegtuigen aankopen om de 54 verouderde F-16’s te vervangen. Die gaan allemaal tussen 2023 en 2028 uit roulatie. Voor de aankoop is een initieel bedrag van zowat 3,573 miljard euro voorzien. Tegen 14 februari 2018 moeten de becijferde voorstellen van de bedrijven binnen zijn.