Noord Natie Odfjell vierde donderdag de ingebruikname van zeven grote opslagtanks op zijn terminal, een schiereiland tussen het Leopolddok en het Vierde Havendok. De opslagterminal voor vloeibare bulk groeit hierdoor met 35.000 kubieke meter, naar in totaal 425.000 kubieke meter opslagcapaciteit. Op tien jaar tijd is de capaciteit op de terminal op die manier verdubbeld.
In de komende jaren wil het bedrijf de laatste magazijnen op de terminal vervangen door nog meer tanks en zo tot 540.000 kubieke meter groeien. Beperkt als je vergelijkt met de opslagterminals voor olie, maar een van de belangrijkste terminals voor gespecialiseerde chemicaliën, waar Noord Natie vooral op inzet. Een troef van de Noord Natie Terminal is de 2,5 kilometer lange kaaimuur, die ervoor zorgt dat de grote tankschepen niet lang hoeven te wachten alvorens ze kunnen aanmeren.
Havenspeler sinds 1548
Noord Natie is in de Antwerpse haven een van de oorspronkelijke ‘naties’, coöperatieve vennootschappen die instonden voor de behandeling van goederen tussen de kade en magazijnen of pakhuizen. Volgens voorzitter Philip Van gestel, al de vijfde generatie Van gestels aan het hoofd van de groep, gaan de wortels van Noord Natie terug tot in het jaar 1548.
In de twintigste eeuw groeide Noord Natie in Antwerpen uit tot een van de belangrijkste behandelaars van onder andere containers. In 2002 fuseerde de onderneming met grote concurrent Hessenatie. Kort daarna werd dat fusiebedrijf opgekocht door het Singaporese PSA, vandaag nog steeds de grootste containerbehandelaar in Antwerpen.
Noord Natie legt zich vanaf dat moment toe op zijn terminal aan het Leopolddok, waar het een concessie heeft sinds 1950. Het bedrijf slaat er vloeibare bulk op, zoals olie en basischemicaliën. In 2012 komt het Noorse Odfjell, wereldwijd een van de grootste reders van chemicaliëntankers, aan boord als minderheidsaandeelhouder.
Uit de spotlight
Opvallend is hoe weinig Noord Natie Odfjell sinds 2002 nog in de schijnwerpers staat. “Wij zoeken de algemene pers niet op”, zegt Van gestel. “We zijn weliswaar een belangrijke en kapitaalintensieve schakel in de logistieke keten, maar richten ons in de eerste plaats op onze klanten.”
Die klanten, dat zijn vooral chemiebedrijven die basischemicaliën aanleveren of aannemen. “Antwerpen wordt steeds belangrijker als importhub voor die chemicaliën”, zegt commercieel directeur Pieter de Graeff. “De chemicaliën komen hier aan per schip en vertrekken vervolgens naar het hinterland: bedrijven in Noord-Frankrijk, Duitsland en Nederland. Wij zijn geen eigenaar van de producten, maar organiseren de doorvoer.” Dagelijks vertrekken bij Noord Natie 160 trucks, een voorlopig beperkt deel van de uitvoer gaat via het spoor.
Ook in maximumcapaciteit zal Noord Natie de tanks gemakkelijk kunnen blijven vullen, denkt de Graeff. “De marktvraag naar opslagcapaciteit is groot: in de hele Antwerpse haven is amper nog een vrije tank te vinden. Ook de komende jaren verwachten wij dat die vraag zal aanhouden.”