Afbeelding6 Foto Katrijn Van Giel

Aantal tomatenkwekers in vrije val, wat is er aan de hand? “Ik vraag me af of we over 30 jaar nog bestaan”

De cijfers liegen er niet om, kleinere serretelers zijn op hun retour. Vooral de Vlaamse tomatenkwekers kregen de afgelopen vijftien jaar een flinke tik: hun aantal daalde met maar liefst 68 procent. En toch produceren we steeds meer van de oranjerode vrucht. Is het einde van de kleinschalige kweker onafwendbaar door alle hoge investeringen, schaalvergrotingen en zware buitenlandse concurrentie? "Dit is misschien de laatste generatie familiale kwekers", zo waarschuwt een van hen.

Op een boogscheut van het Fort van Zwijndrecht vind je het familiebedrijf van Jelle De Ryck. Hij staat met zijn vader Eric aan het roer van Tomerel in Melsele (Beveren), een tomatenkwekerij met (slechts) drie hectare aan serres. “Een van de kleinste in zijn soort”, vertelt Jelle met enige trots. Pessimistisch is hij niet. Kopzorgen, die heeft hij wel.

“We produceren meer, maar met minder spelers. Dat is al jaren bezig. Het is er voor kleine familiebedrijven als het onze zeker niet makkelijker op geworden. De oudere generatie houdt ermee op, maar de nieuwe staat niet meteen te springen om over te nemen. Mijn ouders hebben ‘geluk gehad’ dat ik de zaak wou verderzetten, maar als ik rondkijk, zie ik dat we de uitzondering zijn. Binnen onze stiel zijn veel investeringen nodig. Veel familiebedrijven doen die niet meer, omdat ze niet zeker zijn van hun voortbestaan.”

 

Tomatenkweker Jelle De Ryck. Foto Boerenbond

Karlien Van den Broeck van de Boerenbond beaamt dat die investeringen beginnen door te wegen bij de telers. “De kosten van energie nemen toe, maar ook die van gewasbescherming, verpakking en arbeid. Die worden niet of onvoldoende gedekt door de verkoopprijs.”

Want ook op de Europese markt gaat het hard, legt Jelle uit. “We moeten met onze tomaten steeds meer concurreren tegen grotere spelers in Italië, Spanje, Turkije en nu ook Marokko. De bedrijven daar hebben enorme schaalvoordelen. Ik doe niet graag aan doemdenken, maar ik vraag me soms wel af of onze sector over 30 jaar nog bestaat. De tendens is er, die gaan we niet meteen kunnen keren.”

Algemene tendens

Het aantal tomatenkwekers kromp van 546 in 2005 naar 174 in 2020. Dat is een daling van liefst 68 procent op 15 jaar tijd. Voor de provincie Antwerpen is het aantal tomatentelers in deze periode gedaald met 60 procent van 269 naar 110. In Oost-Vlaanderen gaat het van 91 naar 27 bedrijven: een daling van maar liefst 70 procent. In West-Vlaanderen zijn er zelfs vijf keer minder dan vijftien jaar geleden.

“Ze illustreren een algemene tendens, want de daling is merkbaar in de hele glastuinbouw”, verduidelijkt Vlaams parlementslid Tinne Rombouts (cd&v). “We zien duidelijk een schaalvergroting, en die is ingegeven door de markt. De sector is nu eenmaal erg kapitaalintensief. Voor de tomatentelers specifiek kunnen ook andere zaken spelen, bijvoorbeeld als zij omschakelen naar andere gewassen. We gaan als overheid natuurlijk niet bepalen wat landbouwers moeten kweken.”

Regelneverij

Maar volgens sommigen is er meer aan de hand. “We stuiten steeds vaker op obstakels en regelgeving”, zo getuigt een tomatenkweker. “De oppervlakte moet kunnen meegroeien met het bedrijf, maar dat wordt ons gewoon onmogelijk gemaakt. In Nederland moet een landbouwer tegenwoordig een vergunning hebben om een koe in de wei te zetten. We gaan hier ook die kant op.”

“Ik ben blij dat er nog jonge mensen zijn die willen knokken voor onze stiel – dat moest ik vroeger ook doen – maar het zou me niet verbazen als dit de laatste generatie familiale telers is.”

En die kritiek klinkt ook bij de politiek. “Dat het aantal bedrijven alsmaar afneemt, zou iedereen zorgen moeten baren”, vertelt parlementslid Stefaan Sintobin (Vlaams Belang). Hij vroeg de bewuste cijfers op bij minister van landbouw Jo Brouns. “Voor veel van de landbouwers is het een kwestie van vergroten of vertrekken. Als de Vlaamse regering onze familiale landbouwers wil behouden, zal ze iets moeten doen aan alle regelneverij.”

Sleutel bij de consument?

Vergrijzing, oplopende kosten, strakkere regels en stevige internationale concurrentie: een wonderoplossing voor de kleine serreteler lijkt niet meteen voorhanden. “Regels zijn er altijd al geweest, daar kan de verklaring voor de terugval de laatste jaren niet liggen”, maakt Rombouts duidelijk. “We doen er alles aan om familiebedrijven te helpen. Via het Vlaams Landbouw Investeringsfonds geven we financiële steun voor de eerste overname en aankoop van een bestaand landbouwbedrijf. Kleine bedrijven worden bij ons ook goed beschermd door het systeem van coöperatieve veilingen. Die stellen hen in staat om correcte prijzen af te dwingen voor hun producten.”

Toch kan de overheid meer doen, althans volgens BelOrta in Sint-Katelijne-Waver, de grootse coöperatieve groente -en fruitveiler van België. “We pleiten al langer voor een btw-verlaging op groenten en fruit”, vertelt marketing manager Glenn Sebregts. “Toen ik hier zes jaar geleden begon, hadden we iets van een 1300 telers. Nu zit dat aantal rond de 1000. De sector heeft dringend meer ademruimte nodig.”

 

Veilinghuis BelOrta in Sint-Katelijne Waver is de grootste coöperatieve groente- en fruitveiling van het land.

“De sleutel ligt uiteindelijk bij de consument. Die probeert wel lokaal te kopen, maar is zich vaak niet bewust van de seizoensgebondenheid of de herkomst van een product. Kijk bijvoorbeeld naar aubergines, slechts 10% van de ondervraagde consumenten weet dat dat hier bij ons wordt geteeld. We zetten daarom in op campagnes om het bewustzijn bij de klant te vergroten. Want de meeste vitaminen, die vind je nu eenmaal het dichtst bij huis.”