Afbeelding1 Zaakvoerder Peter De Wit. Foto Patrick De Roo

75 jaar De Wit Bunkering: familiebedrijf met als prioriteiten overeenkomen, overeenkomen en overeenkomen

ANTWERPEN - België’s oudste en grootste bunkerbedrijf voor de binnenvaart, De Wit Bunkering wordt 75 jaar. De familie De Wit, al meer dan een eeuw een echte scheepvaartfamilie en de inspiratie voor de VRT-reeks ‘Kinderen Van Dewindt’, heeft een vierde generatie klaarstaan om het familiebedrijf verder te zetten.

Feest bij De Wit Bunkering vorige week. Het Antwerpse familiebedrijf viert zijn 75ste verjaardag en liet voor de gelegenheid een boek van de geschiedenis maken, met anekdotes, foto’s en interviews met medewerkers en familieleden.

Peter De Wit, de derde generatie aan het hoofd van het bedrijf, ontvangt ons op het hoofdkwartier van De Wit aan het Asiadok in de stadshaven. Op de eerste verdieping de kantoren, beneden de scheepswinkel Nassau Scheepsbenodigdheden. In het dok buiten ligt bunkerschip Antverpia klaar om schepen te gaan bevoorraden.

Wat is bunkeren eigenlijk? “Met je auto rijd je naar een tankstation, met een schip is het net andersom”, legt De Wit uit. “Wij varen met ons tankstation naar de schepen.”

Dat doet het bedrijf met zes bunkerschepen: drie voor de binnenvaart, drie voor de zeevaart. Ze leveren gasolie, smeerolie en andere brandstoffen. Daarnaast beschikt het bedrijf over vier drinkwaterboten waarmee De Wit in opdracht van het Antwerpse havenbedrijf sinds 2000 schepen in de haven gaat bevoorraden.

Kinderen Van Dewindt

Vlaanderen leerde de stiel van het bunkeren kennen via de populaire VRT-reeks Kinderen Van Dewindt, die tussen 2005 en 2009 op televisie was. Een alerte journalist merkte toen al op dat er bijzonder veel gelijkenissen waren met de familie De Wit. Peter bevestigt dat de scenaristen vertrokken van zijn familie. “Maar al die intriges en romances zijn fictie”, lacht hij.

 

De cast van Kinderen Van Dewindt: gebaseerd op de familie De Wit. Foto Pol De Wilde – Corelio

De scheepvaartgeschiedenis van De Wit is al een stuk ouder dan 75 jaar. Peter toont een foto uit 1928, met stamvader Charles De Wit als kind op het binnenschip Philomène. Charles werd geboren in 1917, zijn beide ouders waren afkomstig uit echte schippersfamilies.

Charles vecht in de Tweede Wereldoorlog en komt in een Litouws gevangenkamp terecht, maar raakt heelhuids weer thuis. Na de oorlog ziet hij een opportuniteit. “Veel motoren van Amerikaanse tanks kwamen in binnenschepen terecht”, zegt Peter. “Die schepen hebben brandstof nodig, en daarin zag mijn grootvader een gat in de markt.”

Charles’ eerste tankschip had een capaciteit van 10.000 liter. Twee generaties later zijn het bedrijf en de nodige volumes fors gegroeid: “ons grootste schip kan 2,8 miljoen liter tanken”, zegt Peter. “Dat is het equivalent van 60.000 tankbeurten voor je auto of 700 jaar lang je huis verwarmen met mazout.”

Geen gouden zaken tijdens een energiecrisis

Zulke hoeveelheden brandstof, daar moet je in deze tijden massa’s geld mee binnenrijven, zou je denken. Maar dat spreekt Peter tegen: “Van de crisis op de energiemarkt worden wij niet rijk. We verkopen een beursgebonden product, dus onze omzet is eigenlijk niet relevant. Die zal dit jaar verdubbelen, van 200 naar 400 miljoen euro, maar dat is geen indicator. Het is het winstresultaat dat telt. En onze marges zijn geen percentages, maar vaste toelages. Verhoudingsgewijs verdienen we niet meer.”

Dat is eigenlijk een krom gegeven, geeft de zaakvoerder aan. “Hoe duurder, hoe meer wij moeten voorfinancieren. En daarvoor moet je een sterk bedrijf zijn, om alles te kunnen blijven bekostigen en kredieten te krijgen van de bank.”

Overeenkomen, overeenkomen, overeenkomen

Om zo’n sterk familiebedrijf te zijn én te blijven, hield stamvader Charles De Wit zich aan een gouden regel: “Om als familiebedrijf te overleven én te groeien, zijn drie zaken enorm belangrijk: overeenkomen, overeenkomen en overeenkomen.” Dat devies houdt Peter vandaag nog steeds aan: “Er zijn al zoveel familiebedrijven aan jaloezie en interne vetes ten onder gegaan.”

De afgelopen 75 jaar was het relatief eenvoudig om de vrede te bewaren: per generatie stond er telkens eigenlijk maar één persoon aan het roer van het bedrijf. Voor de vierde generatie wordt dat anders. Peter en zijn vrouw Ilse hebben drie zonen, van 25, 23 en 21 jaar oud. “Zij hebben alle drie al aangegeven graag in het bedrijf te willen stappen. Daar hebben we op vakantie eens een goed gesprek over gehad. We merkten de gedrevenheid van de familie De Wit bij hen. Maar, ze hebben ook al gezegd dat een goede onderlinge verstandhouding voor hen het belangrijkst is. Als het tussen hen voor problemen zou zorgen, stappen ze eruit.”

Seppe en Robbe hebben hun studies al afgerond, Wannes is nog bezig. “Voor ze bij ons beginnen, gaan ze eerst nog elders werkervaring opdoen. Dat geeft hen ook een geloofwaardigheid naar onze medewerkers toe.”

Belgische trots

Huidig CEO Tim Peeters zal de jongelingen bijstaan bij hun instap. “Tim is in 2019 overgekomen van Katoen Natie. Om ons op directieniveau te ondersteunen, maar ook specifiek om onze zonen te begeleiden.”

De Familie De Wit vandaag, met zonen Seppe, Wannes en Robbe. Foto RR

Hoog op de agenda voor de vierde generatie: vergroening, digitalisering, maar ook gewoon de positie van de Belgische bunkeraar veiligstellen. “Sinds kort zijn we in Antwerpen zelfs de enige bunkeraar voor de binnenvaart”, zegt Peter. “Vijf jaar geleden waren er in Antwerpen nog dertien bunkerboten voor binnenschepen, vandaag zijn het enkel de drie van ons. Dat vind ik zorgwekkend.”

Veel heeft te maken met de complexiteit van de Antwerpse haven en het feit dat de Nederlandse regels soepeler zijn, waardoor veel binnenschippers in Nederland gaan tanken. “Ik vrees dat hier straks Nederlandse bunkeraars gaan komen liggen. Als Belgen mogen we op dat vlak wel wat chauvinistischer zijn, vind ik.”