Flanders’ Make, het onderzoekscentrum voor de Vlaamse maakindustrie kon in enkele weken tijd zo’n 60 Vlaamse bedrijven mobiliseren. Onder impuls van Agoria en met de steun van Sirris (het collectief centrum van de technologische industrie) bundelen Vlaamse onderzoekscentra en universiteiten hun krachten om met hoogtechnologische bedrijven samen te werken aan preconcurrentieel onderzoek en innovatie. In eerste instantie mikken ze op toepassingen voor voertuigen, heet het op beAutomotive, de website van de auto-inudstrie. Flanders’ Make werkt ook op machines en fabrieken van de toekomst waarmee de bedrijven hun concurrentiepositie kunnen versterken.
De maakindustrie, met 5.700 hoogtechnologische bedrijven die samen 200.000 mensen tewerkstellen, is de motor van de Vlaamse economie. Om competitief te blijven, is het noodzakelijk dat deze bedrijven, uitgaand van hun eigen sterktes, strategisch kiezen welke producten ze in de toekomst willen ontwerpen, maken en verkopen en voluit inzetten op technologische vernieuwing om dit te realiseren.
Urbain Vandeurzen, voorzitter van de raad van bestuur zei bij de officiële lancering van Flnaders’ Make in Lommel: “De Vlaamse industrie is goed voor 80% van onze export en 80% van de investeringen in onderzoek en ontwikkeling in Vlaanderen. De bedrijven in de maakindustrie spelen hierin een sleutelrol. Om een toekomst te hebben in Vlaanderen, zal onze industrie meer gespecialiseerd, meer innovatiegedreven en meer op de export en op de internationale groeimarkten gericht moeten zijn. Flanders’ Make wil in deze transformatie een strategische partner zijn voor de maakindustrie in Vlaanderen.”
Flanders’ Make, opgericht vanuit een impuls gegeven in het SALK-rapport voor Limburg, zal met Vlaamse grote ondernemingen en KMO’s samenwerken aan product- en procesinnovatie, gestuurd vanuit de uitdagingen en de noden van de industrie. De onderzoeksresultaten zullen toepasbaar zijn in de brede maakindustrie, waarin uiteenlopende bedrijven vaak voor vergelijkbare technologische uitdagingen staan.
“Een zestigtal bedrijven heeft zich al geëngageerd om deel te nemen aan één of meerdere onderzoeksprogramma’s. Door nog meer in te zetten op innovatie en dankzij een totaalaanpak waarin we product-, proces- en kennisontwikkeling onlosmakelijk met elkaar verbinden, willen we bedrijven in Vlaanderen houden of uit het buitenland aantrekken”, legt Dirk Torfs, algemeen directeur Flanders’ Make, uit.
Via internationale innovatiesamenwerking en deelname aan Europees onderzoek biedt Flanders’ Make de Vlaamse bedrijven ook zichtbaarheid in een breed internationaal netwerk en toegang tot kennis die in het buitenland beschikbaar is.
Philippe Muyters, Vlaams minister van Innovatie, ondersteunt dit initiatief ten volle: “Onze belangrijkste sterkte in Vlaanderen is de kennis van de hoogopgeleide medewerkers van bedrijven, wetenschappelijke instellingen en de overheid. Door die kennis te delen en samen te werken aan oplossingen over de sectoren heen, zullen we erin slagen om onze industrie te vernieuwen en versterken. Flanders’ Make speelt hierin een belangrijke rol. Ik zal deze transformatie vanuit de overheid dan ook ondersteunen, met het oog op een zo sterk mogelijke impact voor onze hele industrie.
Ook Wilson De Pril, directeur-generaal van Agoria Vlaanderen, is tevreden: “Via het strategisch inzetten van onderzoeksmiddelen en het bundelen van krachten kunnen we onze Vlaamse maakindustrie aanzienlijk versterken en transformeren. Flanders’ Make kan Vlaanderen ook internationaal positioneren als technologische hotspot voor de maakindustrie. Mits een gunstiger kostenstructuur en voldoende beschikbaarheid van technologisch talent, zijn ook nieuwe buitenlandse investeringen in de maakindustrie niet onmogelijk.”
Foto: derde van links, Urbain Vandeurzen, vierde van links Dirk Torfs.