Gosselin Group Van de Inza-fabriek schiet niks meer over. Op de site aan de Melkerijstraat is de opbouw van het eerste grote magazijn van Gosselin Group al een heel eind gevorderd. Foto: Robin Fasseur

2,5 jaar na sluiting Inza-fabriek is site langs Albertkanaal onherkenbaar veranderd: Gosselin maakt logistiek lint steeds langer

In maart 2021 verlieten de laatste flessen melk de fabriek van Milcobel in Schoten. “Den Inza’ haalde z’n 75-jarig jubileum net niet. 2,5 jaar later staat alleen de oude fabriekspoort nog overeind. Erachter verrijzen twee megamagazijnen die het al indrukwekkend logistiek lint van de Gosselin Group tussen Hoogmolenbrug en de Brug van den Azijn nog fijnmaziger en slagkrachtiger maken. Wij gingen poolshoogte nemen.

Marc Smet (65), CEO en eigenaar van de Antwerpse verhuizer en goederenbehandelaar, neemt ons mee voor een bezoek aan zijn immense ‘werkvloer’ langs het Albertkanaal. In deze magazijnen worden containers van het United States Department of State zorgvuldig bewaard en de wereld rondgestuurd. In 34 landen heeft de nu uit de kluiten gewassen verhuisfirma – in 1969 opgericht door ondernemer Dolf Gosselin – intussen een kantoor om die en andere goederenstromen te coördineren.

Marc Smet, burgemeester Maarten De Veuster en de schepenen Paul De Swaef en Walter Brat. Foto: Robin Fasseur

Melkboer

“Natuurlijk deed de sluiting van Inza mij iets”, vertelt onze ervaren gids, die intussen zelf 47 jaar bij Gosselin werkt en de groep hielp uitgroeien tot een internationale gigant met 1100 werknemers, waarvan zeshonderd in eigen land.

“Mijn vader heeft nog melk van onze koeien geleverd aan Inza. Die stonden hier vroeger langs het Albertkanaal te grazen. Later, toen de weiden door de toenmalige gemeente Deurne onteigend werden, heeft Dolf Gosselin hem aangeworven als één van z’n eerste medewerkers. Dat wij zoveel jaren later deze 6,6 hectare waarop de zuivelfabriek heeft gestaan konden aankopen, maakt die cirkel mooi rond. Ik heb nog een oude karnton (om room om te zetten naar boter) gered bij de ontruiming van Inza. Misschien moeten we die een plekje geven bij het onthaal van onze nieuwe magazijnen.”

De Melkerijstraat tussen Bisschoppenhoflaan en Albertkanaal zal door de ingreep straks heel wat minder vrachtwagenverkeer te slikken krijgen. Foto: Robin Fasseur

Mobiliteit

Naar het voorbeeld van de magazijnen die Gosselin tien jaar geleden al inrichtte in de fabriekshallen van de eveneens opgedoekte Crown Cork Company, zullen ook deze nieuwe gigantische ‘warehouses’ op de Inza-site genoemd worden naar de ter zielen gegane leverancier van de flesjes chocomelk aan de Vlaamse scholen. “We beschikken hier straks over 38.000 vierkante meter bijkomende opslagruimte vlakbij onze vele andere magazijnen langs het Albertkanaal op het grondgebied van Deurne. We investeren hier 30 miljoen euro, de aankoop van het terrein niet inbegrepen. Het eerste magazijn wordt al in april 2024 in gebruik genomen”, illustreert Marc Smet dat Gosselin de zaken laat vooruitgaan.

De containerterminal van Gosselin Group. Foto: Robin Fasseur

“Die opslagcapaciteit is niet het enige voordeel. We grijpen deze expansie aan om onze interne mobiliteit te reorganiseren waardoor zware vrachtwagens straks veel minder dan nu het geval is de Belcrownlaan en Melkerijstraat zullen belasten. Camions zullen snel, efficiënt en veilig heen en weer kunnen pendelen tussen onze magazijnen en eigen containerterminal, waar we jaarlijks zo’n 85.000 containers (TEU) laden en lossen. Voor onze eigen activiteiten, maar ook voor bedrijven in de omgeving zoals Manna.”

“Ook op die manier helpen we trouwens heel wat vrachtwagens van de weg. Die boxen komen hier toe met duwvaartkonvooien die elk liefst 144 grote containers kunnen vervoeren over het Albertkanaal, van de Antwerpse haven naar Deurne en terug. Straks mogen we van de Vlaamse overheid ook een nieuwe containerterminal van 11,5 hectare exploiteren verderop langs het Albertkanaal, in Genk. De bouw ervan start begin volgend jaar.”

Marc Smet op het hoofdkantoor van Gosselin in Deurne. Foto: Robin Fasseur

US State Department

Marc Smet is een pur sang ondernemer met een straf palmares, maar hij pakt daar niet graag mee uit. Alleen in de sector van de logistiek en het transport geniet hij bekendheid en dwingt hij ontzag af. Op uitdrukkelijk verzoek haalt de bescheiden zoon van een Deurnese melkboer er voor onze fotograaf toch een materieel teken van erkenning bij dat hij recent ontving van de Amerikaanse overheid.

Marc Smet: “Die bijzondere samenwerking, om onder meer de complexe en vele verhuisbewegingen van hun ambassade- en ander personeel te regelen vanuit de VS en in heel Europa, ontstond al in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Jaar na jaar moesten we ons sindsdien bewijzen en ik kan je vertellen dat het US State Department de lat hoog legt. Zopas kregen we bevestiging van het feit dat we ook de volgende tien jaar deze opdracht voor hen mogen vervullen. Een enorme blijk van erkenning waar ik wel trots op ben, dankzij de inzet en knowhow van al onze medewerkers.”

Burgemeester

Burgemeester Maarten De Veuster (N-VA) en zijn schepenen Paul De Swaef en Walter Brat weten Marc Smet ook naar waarde te schatten. Zij hielpen Gosselin dan ook actief met het realiseren van de uitbreiding op de Inza-site.

“De sluiting van Milcobel was een harde klap voor Schoten”, weet Maarten De Veuster. “Dat een lokaal ondernemer, die ook nog eens in Schoten woont, die leemte dan zo invult met flink wat nieuwe werkgelegenheid tot gevolg en ook nog eens bereid is om mee te werken aan het oplossen van al langer bestaande mobiliteitsproblemen, kunnen we alleen maar toejuichen. Zo iemand verdient de volledige steun van het lokaal bestuur.”(

Deze groene vrachtwagens. Foto: Robin Fasseur

Foto: Robin Fasseur

De Inza-site in opbouw. Foto: Robin Fasseur

Een stacker aan het werk op de Gosselin-containerterminal. Foto: Robin Fasseur

Eerbetoon aan Gosselin-stichter Dolf Gosselin, gemaakt door zijn goede vriend en kunstenaar Erik willems. Foto: Robin Fasseur