Met de indienstname van drijvende droogdokken krijgen de oude negentiende-eeuwse droogdokken een andere bestemming.
Het eerste drijvende droogdok, met een lengte van 45 meter, kwam afgelopen maandag toe. Het tweede exemplaar, met een lengte van 55 meter, maakt aanstaande maandag zijn opwachting. Daarmee komt er een einde aan een geschiedenis van ‘vaste’ droogdokken. Tot vandaag gebeurt de herstelling van de vloot van het Havenbedrijf op het Droogdokkeneiland. Dat wordt echter overgedragen aan de stad en krijgt een andere bestemming, los van de haven.
Het voordeel van drijvende droogdokken is dat ze, indien nodig, kunnen worden verplaatst naar een andere locatie. De twee drijvende droogdokken zijn gebouwd door de Nederlandse firma Ravestein BV op haar werf in Deest. De eerste vaartuigen voor deze nieuwe drijvende dokken worden over enkele weken verwacht. Eerst moeten de nieuwe constructies nog uitgebreid worden getest.
Het ene dok is 45 meter lang, het andere 55 meter. Ze zijn allebei 29 meter breed en 13,1 meter hoog. De droogdokken kunnen schepen dragen van respectievelijk max. 1.500 en 1.750 ton, met een breedte van 23 meter en een diepgang van 7 meter.
Oude droogdokken krijgen waardige bestemming als erfgoed
De werking van de drijvende dokken is vrij eenvoudig: onderaan en aan de zijkanten van het dok zitten watertanks. Zijn de tanks leeg, dan drijft het dok helemaal op het water. Moet er een schip drooggelegd worden, dan worden de tanks vol met water gepompt. Zo zakt het dok in het water en kan het schip erin gebracht worden. Vervolgens worden de tanks terug leeggepompt en komt het dok, samen met het schip, omhoog. Het hele proces van het droogzetten van een schip neemt 2 à 3 uur in beslag.
Met de indienstneming van de nieuwe droogdokken komt er aan een einde aan het gebruik van de ‘oude’ droogdokken op het Droogdokkeneiland. De droogdokken 1 tot 6 en 8 tot 10 werden in 2001 beschermd als monument. In 2009 volgde de vaststelling als bouwkundig erfgoed.