Uit de bagger-of ‘dredging’activiteiten heeft DEME een aantal nieuwe activiteiten ontwikkeld die alles samen intussen een derde van het totale activiteitenpakket van DEME uitmaken.
‘Baggeren en alles wat daarbij komt kijken blijft onze hoofdbezigheid. Maar de tweede peiler van onze activiteiten bestaat uit infrastructuurwerken’ zegt Alain Bernard. ‘Neem de gevolgen van de opwarming van de aarde. We staan voor het onloochenbare feit dat de zeespiegel stijgt, als gevolg van die opwarming. Als de zeespiegel stijgt met één meter, dan stijgen de golven met vier meter. We moeten op een slimme en ecologische manier aan dijkversteviging doen. Dat is zeker een uitdaging voor de toekomst’.
Een derde uitdaging is voor DEME de eindigheid van onze grondstoffenbevoorrading. Bouwmaterialen als zand en grind raken uitgeput. Waar kunnen we alternatieven vinden? ‘We gaan zand en grind winnen op zee’ zegt Alain Bernard. ‘Vroeger kon dat niet. Wij leerden aan de universiteit dat je nooit kwalitatief beton kon maken met zeezand of zeegrind. Dat bevat chlorides en dat veroorzaakt betonrot als gevolg van de chloride die daarin aanwezig is. Intussen kunnen we dat oplossen door die chloride eruit te verwijderen in onze wasinstallaties. We doen dat op verschillende plekken. De nieuwe sluis van het Deurganckdok is volledig gebouwd met zeezand en zeegrind’. Johan Maes, verantwoordelijk voor de milieupoot van DEME vult aan: ‘We doen dat in overleg met organisaties zoals Greenpeace en andere belanghebbenden die kritisch toekijken op de manier waarop we aan zand- en grondwinning op zee doen’. Op dezelfde manier worden er ook mineralen gewonnen op zee.
En dan, last but not least, is er de vierde uitdaging: hernieuwbare energie, en de groeiende nood daaraan. ‘Dat gaat dan over offshore windenergie, getijdenenergie, stockage van energie, allemaal zaken die vijftien jaar geleden nog science fiction waren’ zegt Alain Bernard. ‘We plaatsen nu windturbines overal ter wereld. DEME heeft daar de gespecialiseerde schepen voor. Zopas is de Goliath naar China vertrokken om daar windturbines te gaan plaatsen, in samenwerking met de Chinese maatschappij COSCO’.
Soms is DEME mede-exploitant van de voortgebrachte energie, soms treedt de maatschappij enkel op als aannemer: dan worden de turbines gebouwd en de exploitatie wordt overgelaten aan de opdrachtgever. In China bijvoorbeeld wordt enkel gebouwd.
Tot slot wil Alain Bernard nog een woordje kwijt over de fiscale omstandigheden waarin moet worden gewerkt. ‘We zijn in Antwerpen en we blijven er, maar wel onder voorwaarden. De concurrentie met de lage loonlanden is sterk. Heel wat van onze concurrenten zijn uitgevlagd naar fiscale paradijzen. Europa heeft intussen ingezien dat er wat moet gebeuren om dat tegen te gaan. Zo bestaat nu de mogelijkheid om de sociale lasten te verlagen. Maar dat vereist in België telkens stevige onderhandelingen met zowel de federale als de Vlaamse overheid. Want de Europese richtlijnen moeten door elke lidstaat worden vertaald naar nationale wetgeving. De lastenvermindering gaat over varend personeel. Maar als je baggert, vaar je dan? Welk personeel valt er dan onder de lastenvermindering? Dan zijn allemaal stevige onderhandelingen. We hopen dat die onderhandelingen positief worden afgerond. Het zou jammer zijn als wij ook moesten uitvlaggen, net zoals onze concurrent De Nul heeft gedaan’.