De hr-dienstverlener Acerta vindt de afschaffing van de proefperiode voor werknemers bij arbeidscontracten een goede zaak. Die maatregel is het gevolg van de gelijkschakeling van de statuten van arbeiders en bedienden in 2014.
Acerta heeft in een studie laten uitzoeken wat de praktijk is van de toepassing van deze nieuwe regel. Uit die studie moet blijken dat er 30% minder ontslagen zijn van werknemers (bedienden) met vaste contracten binnen de eerste zes maanden. Door de nieuwe regeling zijn bedrijven minder vlug geneigd iemand te ontslaan.
Maar de confederatie Bouw betwist de resultaten van de studie. Volgens de Confederatie is de studie te eenzijdig omdat ze enkel focust op de contracten van onbepaalde duur. Tijdelijke contracten (zoals interimcontracten) of andere vormen van tewerkstelling die de vroegere contracten van onbepaalde duur met proefperiode hebben vervangen blijven buiten beschouwing.
Om juist te kunnen evalueren moet er naar het volledige plaatje gekeken worden, zegt de Confederatie Bouw, dus ook naar de situatie van de arbeiders. In de bouw is immers het aandeel van uitzendarbeiders sterk toegenomen. Bouwbedrijven gebruiken die interimcontracten om de vroegere proefperiode te vervangen.
De Confederatie Bouw spreekt bijgevolg van een leemte na de afschaffing van de proefperiode. Ze hoopt zelfs dat tijdens de interprofessionele onderhandelingen begin volgend jaar de herinvoering van de proefperiode van zes maanden opnieuw bespreekbaar wordt.