De Antwerpse afvalintercommunale Isvag bereidt de bouw van een nieuwe grote afvalverwerkingsfabriek in Wilrijk voor. De nieuwbouw komt op de site van de huidige verbrandingsoven langs de A12. Die heeft altijd – letterlijk en figuurlijk – onder vuur gelegen wegens te hoge dioxineuitstoot. De oven lag enkele jaren stil en werd na modernisering heropend. De huidige milieuvergunning loopt tot 2020.
Isvag wil een nieuwe installatie bouwen om het restafval van ruim 1 miljoen inwoners in Antwerpen en de buurgemeenten te verbranden. Er werden andere alternatieven bestudeerd voor de inplanting van de site, zoals de oude Opel-site in de Antwerpse haven, maar die werden niet in aanmerking genomen.
De nieuwe installatie is waarschijnlijk een stuk groter dan de huidige. Die verbrandde de voorbije jaren zo’n 140.000 tot 145.000 ton afval per jaar. Maar Isvag haalde de voorbije jaren zo’n 185.000 ton restafval op. Het overschot wordt nu verwerkt bij het privébedrijf Indaver (Katoen Natie). Met de nieuwe installatie zou Isvag naar 200.000 ton per jaar willen gaan, om zelfvoorzienend te zijn. Het project zal volgens specialisten tussen 100 en 200 miljoen euro kosten.
Om een nieuwbouw op dezelfde locatie te kunnen neerzetten, zal Isvag critici moeten overtuigen dat het de beste beschikbare technologie gebruikt en het proces zo milieuvriendelijk mogelijk laat verlopen. Ook aan de architectuur wordt aandacht besteed. Uit de architectuur van het nieuwe gebouw moet blijken dat het afval op energie-efficiënte en milieuvriendelijke manier wordt verwerkt.
Een belangrijke component van het verhaal is de recuperatie van de warmte die vrijkomt bij de verbranding van afval. Die kan gebruikt worden om elektriciteit te produceren. Isvag wil echter ook meebouwen aan een warmtenet, dat omliggende bedrijven en wijken van warmte kan voorzien.