Uit een rondvraag van Acerta bij 2 000 werknemers die als bediende, kaderlid of overheidspersoneel werken in de verschillende Belgische gewesten en tussen de 16 en 64 jaar oud zijn, blijkt dat 31% het voorbije jaar geen enkele opleiding heeft gevolgd. Een kwart van de werknemers volgde het voorbije jaar één algemene opleiding die de kennis van hun vakgebied verbreedt. 20% ontving slechts één technische opleiding waar dieper wordt ingegaan op een bepaald onderwerp.
De verschillen tussen mannen en vrouwen zijn zeer beperkt wat het aantal “algemene opleidingen” betreft. Qua “technische opleidingen” scoren mannen beter dan vrouwen: 53% van de vrouwelijke respondenten zegt het laatste jaar geen technische opleiding genoten te hebben tegenover 49% van de mannelijke respondenten. Ook anciënniteit en leeftijd lijken niet bepalend voor de toegang tot opleidingen georganiseerd door de werkgever. Opvallend is dat oudere werknemers eveneens opleidingskansen krijgen. Annelies Baelus, Director Open Opleidingen Acerta: “Werkgevers hebben duidelijk begrepen dat oudere werknemers ook opleiding nodig hebben in het kader van duurzame inzetbaarheid. Meer nog, hoe ouder een werknemer is of hoe meer anciënniteit hij heeft, hoe meer hij aan het stuur zit om te bepalen welke opleiding hij wil volgen.”
Terwijl een beduidend aantal werknemers geen opleiding volgt, is er ook het andere uiterste: sommige werknemers hebben de mogelijkheid meerdere opleidingen per jaar te volgen. 11% van het aantal respondenten stelt zelfs het laatste jaar meer dan vijf opleidingen te hebben genoten betaald door hun werkgever.
Meer dan vier op tien werknemers is niet op de hoogte of zijn onderneming een opleidingsbudget heeft. “Bedrijven informeren hun werknemers te weinig over de opleidingen die ze zouden kunnen genieten. Het is nochtans wettelijk vastgelegd dat elke organisatie 1,9% van de loonmassa moet besteden aan opleidingen en verplicht is te rapporteren via de sociale balans hoe dit wordt ingevuld”, verduidelijkt Annelies Baelus.
Minister Kris Peeters wil in zijn wetsontwerp rond Werkbaar Werk bovendien die 1,9% van de loonmassa omzetten in een concreet aantal dagen per werknemer per jaar dat moet besteed worden aan opleidingen en die de werknemer zou kunnen afdwingen van zijn werkgever.