Met vrouwen in directie wordt risico op faillissement kleiner

vrouwenIn raden van bestuur van failliete ondernemingen zijn gemiddeld acht op de tien leden mannen. Dit is beduidend meer dan in een doorsnee boardroom, die voor slechts 70% uit mannen bestaat. Meer vrouwen in leidinggevende functies vermindert dus het risico op een faillissement, concludeert een studie van het handelsinformatiekantoor Graydon uit Berchem.

Steeds meer bedrijven halen vrouwen binnen als managers. Onder meer General Motors, HP, IBM en PepsiCo en Yahoo! hebben vrouwelijke CEO’s. In de Lage Landen zijn vrouwen aan een inhaalslag bezig. Het aandeel van vrouwen in de raden bestuur van de belangrijkste beursgenoteerde bedrijven in België steeg in 2014 van 12 naar 19%, zo blijkt uit een rapport van adviesgroep Hay.

Een van de meest opvallende conclusies uit het onderzoek is dat het aandeel van mannen in managementfuncties gevoelig hoger ligt bij failliete bedrijven dan bij de bedrijven die nog in business zijn. Bij de actieve bedrijven is gemiddeld 70% van het bestuur mannelijk. In de failliete ondernemingen lag het mannelijk aandeel op 82%. Daaruit volgt dan dat meer vrouwen in leidinggevende functies voor een kleiner risico op falen zorgt, aldus Anda Anton, een onderzoekster bij Graydon..

De ene sector lijkt wel gevoeliger voor vrouwelijke invloed in het management dan de andere. Onder meer de gezondheidszorg, onderwijs, consultancy en vastgoed tonen grote verschillen in de genderverhouding bij failliete en actieve bedrijven. In de vastgoedsector is het gemiddeld aandeel van mannen in het management 79%. Als we enkel kijken naar de ondernemingen uit deze sector die failliet gingen, ligt het aandeel op 90%. Alleen de transportsector en bouwnijverheid ondervinden volgens de data amper tot geen positief effect van meer vrouwen in het management.

“Over het algemeen hebben bedrijven baat bij een gemengd bestuur. Voor alle sectoren geldt dat actieve bedrijven vaker een bestuur hebben waar mannen én vrouwen in zetelen dan failliete bedrijven, waar in de meerderheid van de gevallen één geslacht de plak zwaait”, zegt onderzoekster Anton. “Een mogelijke verklaring hiervoor ligt bij de risico-aversie van personen. Eerder onderzoek heeft namelijk aangetoond dat het niveau van testosteron bepalend is voor de hoeveelheid risico’s die iemand neemt of accepteert. Mannen hebben een hoger testosterongehalte dan vrouwen, waardoor ze ook vaker bereid zijn om hogere risico’s te nemen. Dit kan soms tot slechte beslissingen leiden.”

Hoewel werkervaring bijna altijd als een positief punt wordt gezien, blijkt uit de studie dat het niet altijd in het voordeel werkt van bedrijven. Zo hebben managers van failliete bedrijven een gemiddelde werkervaring van 11 jaar, terwijl de leidinggevenden van actieve ondernemingen gemiddeld 8,6 jaar werkervaring hebben.

“Een mogelijke verklaring ligt bij het risicogedrag van personen”, zegt Anton. “Er bestaan heel wat studies die wijzen op het negatief effect van zelfvertrouwen op risico-aversie. Daarnaast is het bewezen dat meer ervaring leidt tot een hoger zelfvertrouwen. Dat betekent dat personen met veel ervaring binnen een bepaald vakgebied meer risico’s nemen vergeleken met minder ervaren collega’s. Dit kan soms negatieve gevolgen hebben voor een bedrijf.”

Als we de resultaten per sector bekijken, zien we dat in de meeste bedrijfstakken het gemidddeld aantal jaren werkervaring hoger ligt bij de failliete bedrijven dan in de actieve ondernemingen. Het grootste verschil zit in de sectoren informatie & communicatie, consultancy en onderwijs. “Deze bedrijfstakken zijn afhankelijk van snel veranderende informatie en trends. Ze hebben baat bij een jong en flexibel management”, aldus Anton.

Een uitzondering is de financiële sector. Hier is meer werkervaring van het management een asset. Niet alleen ligt het gemiddeld aantal jaren ervaring van het management hoger dan in andere sectoren – alleen vastgoed doet het beter – het is de enige sector waar de gemiddelde werkervaring juist hoger ligt bij actieve bedrijven dan bij failliete ondernemingen.

Max van Dijk, group operations director bij Graydon: “Met onze studie tonen we aan dat de samenstelling van de board of van de management teams wel degelijk impact heeft op de bedrijfsresultaten. Dit is een belangrijke vaststelling. Bedrijven houden hier best rekening mee bij het samenstellen van hun board én, vanuit risico-perspectief dan, bij het uitbouwen van partnerships met andere organisaties.”