Atlas Copco rekent vooral op de competentie van zijn Vlaamse werknemers. Het Zweedse concern blijft ondertussen verder investeren in zijn vestigingen van Wilrijk en Hoeselt maar volgens topman Ronny Leten vormen de hoge loonkosten en het gebrek aan flexibiliteit echt wel een probleem. “”Atlas Copco is vandaag stevig verankerd in de regio maar indien we die twee fundamentele handicaps niet gehad hadden zou het bedrijf misschien nog veel meer geïnvesteerd hebben.”
Atlas Copco huldigde zijn vernieuwde en hoogtechnologische distributiecentrum in Hoeselt in. De Zweden investeerden daartoe zo’n 8 miljoen euro. Vanuit het logistieke centrum vertrekken vandaag elke dag 8.000 wisselstukken naar alle hoeken van de wereld. De uitbreiding is goed voor 20 jobs. “Atlas Copco blijft overtuigd van het strategisch belang dat Vlaanderen speelt in logistieke operaties in Europa en ver daarbuiten,” aldus Ronnie Leten.
Begin jaren ‘80 begon Atlas Copco zijn wereldwijde logistiek te verankeren in Vlaanderen. De twee grootste distributiecentra wereldwijd van de Zweedse machinebouwer zijn gevestigd in Wilrijk en Hoeselt en beide zijn uitgegroeid tot sterke competentiecentra op wereldniveau. Het magazijn in Hoeselt werd nu uitgebreid van 20.000 naar 30.000 m² opslagruimte.
“De uitbreiding van het distributiecentrum in Hoeselt is een belangrijke sleutel in onze voortdurende inspanning om onze klanten wereldwijd beter te bedienen en hun productiviteit te doen stijgen,” zei Leten. “Deze regio heeft zich ontwikkeld tot een competentie-hub waarin verschillende netwerken in interactie treden: logistieke bedrijven, universiteiten, en meer. Daardoor kunnen nieuwe spin-offs en hi-tech innovaties ontstaan. Die flow tussen netwerken stimuleert competentie en trekt talent aan.
België kan in dat opzicht een unieke rol spelen.”
Atlas Copco investeerde ook in de implementatie van innovatieve processen. “We hebben met ons team de laatste jaren hard gewerkt aan de vernieuwing van het distributiecentrum,” zegt Stefaan Vertriest, General Manager Atlas Copco Hoeselt. “Het resultaat is een veilig, innovatief magazijn met hoogtechnologische oplossingen zoals pick-in-the-box en voice-picking. We werken aan een volledige supply oplossing, van leverancier tot eindklant, en zijn daarmee helemaal klaar voor de toekomst.”
De uitbreiding is 10.000 vierkante meter groot en omvat 12 nieuwe laadkades, extra stockageruimte en ergonomische inpakstations. In totaal werden een twintigtal extra vacatures ingevuld, waardoor het aantal Atlas Copco medewerkers in Hoeselt toeneemt tot 258. Het bedrijf behoort tot de top drie qua omzet in Belgisch Limburg.
Atlas Copco biedt wereldwijd duurzame oplossingen voor een betere productiviteit. De groep voorziet zijn klanten van innovatieve compressoren, vacuüm oplossingen en luchtbehandelingssystemen, apparatuur voor de bouw en mijnbouw, industriële gereedschappen en assemblagesystemen. Atlas Copco ontwikkelt producten en diensten met het oog op productiviteit, energie-efficiëntie, veiligheid en ergonomie. Het bedrijf is actief in meer dan 180 landen. In 2014 werkten er meer dan 44.000 mensen bij Atlas Copco en bedroeg de totale omzet 10.5 miljard euro.
De fabriek in Wilrijk fungeert als specialist in de bouw van compressoren. Leten heeft het al eens over de universiteit van de compressorentechnologie.” Hij heeft de fabriek overigens zelf verscheidene jaren geleid.
Leten stak tijdens een interview op de VRT-radio zijn bezorgdheid over de recente ontwikkelingen in België niet weg. In een gespannen sociaal klimaat is het maar de vraag in hoeverre de hoge loonkosten en het gebrek aan flexibiliteit de toekomst van Atlas Copco niet in gevaar brengen. Leten herhaalde dat de competentie van de Belgische werknemers echt wel een troef vormt. Anderzijds lijkt het onvermijdelijk dat er zich op termijn veschuivingen aandienen waarbij landen als Duitsland, Italië en Zweden voordeel halen. De recente stakingen waar uiteindelijk alleen maar verliezers bij overblijven doen het imago van België als investeringsland zeker geen goed. De Belgische vestigingen verliezen aan competiviteit. Het gaat er vooral om dat startende jongeren in België nog een kans kunnen krijgen. “We moeten ervoor zorgen dat onze beste mensen hier hun project blijven opzetten en niet naar het buitenland trekken.”