Autocars Leunens kreeg bij De Lijn verscheidene contracten betekend voor busreizen in het Antwerpse. Het gaat dan vooral om ritten voor scholen. Merkwaardig: Autocars Leunens werkt vanuit Halle en was verscheidene Antwerpse concurrenten te snel af.
Het is een biezonder moeilijke omgeving: autocarbedrijven moeten vechten om elk stukje van de markt. Bovendien stellen zich onvoorstelbaar moeilijke personeelsproblemen. “Het is echt hopeloos om goede chauffeurs te vinden”, zucht zaakvoerder Georges Leunens. “Gelukkig kunnen wij een beroep doen op gepensioneerden. Jonge chauffeurs zijn niet te vinden. Wij schuimen de markt af op zoek naar kandidaat-werknemers doch er melden zich enkel 65-plussers.”
Ook voor Autocars Leunens is het daarom zaak om de toekomst veilig te stellen en nieuwe markten te exploreren. Zoöok het Antwerpse. Tot nog toe had het bedrijf uit Halle zes contracten lopen in de regio. Sinds kort zijn er verscheidene nieuwe opdrachten bijgekomen. “Wij zoeken daarom nog altijd bijkomende chauffeurs. Mensen die in de omgeving van Schoten, Schilde en ’s Gravenwezel wonen. De bussen blijven overigens bij de mensen zelf. Ze moeten niet vanuit Halle rijden.”
Autocars Leunens is met zijn 110 bussen zeker in het Brusselse een vaste waarde. Het bedrijf zette in 1946 zijn eerste bussen op de markt. De onderneming rijdt niet enkel voor scholen maar ook voor bedrijven. Uiteraard is ook het internationaal toerisme een vaste klant. “Vandaag moeten we echter proberen te overleven. Vooral dan tegen de buitenlandse concurrentie. Vandaar dat we blij zijn met de nieuwe contracten. Zeker ook omdat ze voor vijf jaar lopen.”
Georges Leunens kijkt er alvast naar uit dat zijn drie zonen en zelfs zijn kleinkinderen eerlang in het familiebedrijf komen.
