KMO's halen resultaten uit prinselijke exportmissies

astridDe Vlaamse regering wil besparen. In dit opzicht wordt ook gensnoeid in het aantal prinselijke exportmissies. De KMO’s zullen daar de gevolgen van dragen, heet het bij de werkgeversfedederatie Unizo. Twee derde van de KMO’s die deelnamen aan dergelijke missies menen dat ze er wel degelijk resultaten uit haalden.

“Prinselijke missies openen voor KMO’s deuren die anders gesloten zouden blijven,” meent Gijs Kooke, de attaché van Unizo Internationaal. “Minder missies organiseren heeft implicaties op de omzet van onze KMO’s en hun exportopportuniteiten. Dit wil niet zeggen dat pistes om deze missies efficiënter te organiseren niet kunnen en moeten onderzocht worden.”

Tot hiertoe waren er vier prinselijke missies per jaar. Uit een studie van Valérie Desmet van de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen (UGent), die Unizo kon inkijken, blijkt dat prinselijke missies voor twee derde van de KMO’s resultaten oplevert. Drie kwart meent dat dit net dankzij de prinselijke missie is en bijna 2 op 5 gelooft dat die resultaten zonder een prinselijke missie onmogelijk waren geweest. De ondernemersorganisatie wijst er bovendien op dat het merendeel van de deelnemers aan prinselijke missies KMO’s zijn.

“Prinselijke missies zijn nuttig voor onze kleinere innovatieve bedrijven om hun positie op bestaande en meer uitdagende buitenlandse markten te versterken”, besluit Gijs Kooke.

In 2011 was 61 procent van de deelnemers een KMO, in 2012 en 213 was dit ruim de helft. Bijna 9 op 10 van de KMO’s gaat op prinselijke missie in de eerste plaats om de zichtbaarheid van het bedrijf of product te verhogen. Ruim 8 op 10 om nieuwe contacten te leggen en 6 op 10 om een exporttoename naar het land in kwestie te creëren of nieuwe klanten te maken bij de Belgische bedrijven die mee op missie trekken. Een kwart van de deelnemers ziet in een missie de mogelijkheid om te netwerken met politieke organen in het buitenland.

Unizo wijst nog op de betaalbaarheid van de prinselijke missies. Vluchten en hotels zijn voor eigen rekening, maar wel vaak gesubsidieerd voor KMO’s. De kosten voor de deelname zelf zijn bescheiden. “Voor KMO’s dus een betaalbare manier om toegang te krijgen tot instanties die anders onbereikbaar zijn. Ook kunnen ze, dankzij Flanders Investment and Trade, rekenen op afspraken op maat en talloze netwerkmomenten.”