Het aantal vrije beroepers blijft fors toenemen. Eind 2013 waren er liefst 274.420 vrije beroepers aan de slag. Dit zijn er 20% meer dan in 2009. De evolutie blijkt uit de cijfers van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen van Zelfstandigen (RSVZ).
Volgens de Federatie Vrije Beroepen (FVB) is een vrij beroep “een dienstverlening die vooral bestaat uit een intellectuele prestatie, die een opleiding vergt, op een onafhankelijke wijze gebeurt en waar de beoefenaar een verantwoordelijkheid draagt.
Terwijl het aantal zelfstandigen in nagenoeg alle beroepscateogoriën daalt neemt het aantal vrije beroepers al vele jaren na elkaar toe. Tussen 2009 en 2013 daalde het aantal zelfstandigen in de dienstsector bv. met 5%. Het aantal handelaars daalde met 1,4% en het aantal landbouwers met 2,3%. De volgehouden stijging van het aantal zelfstandigen is daarom volledig op rekening van de vrije beroepen te schrijven.
Volgens Jan Sap, de secretaris-generaal van de FVB is het vrije beroep doorgaans ongevoelig voor de economische conjunctuur. “Crisis of niet, de mensen hebben altijd een boekhouder, een dokter of een advocaat nodig. Bovendien kunnen we vaststellen dat die beroepen een zeker aanzien hebben. Het vrije beroep is daardoor erg populair bij de jongeren.”
Bovendien is het comfort van het vrije beroep de laatste jaren opvallend sterk verbeterd. De inbreng van de groepspraktijk is in dit opzicht bepalend.
En nog zoiets: het vrije beroep is sterk vervrouwelijkt. In 2013 was liefst 43% van de vrije beroepers een vrouw.
Merkwaardig: de vrije beroepen stellen ook steeds meer werknemers tewerk. In 2013 waren liefst 264.767 in loondienst bij vrije beroepen.
Welke broepen het sterkst vertegenwoordigd zijn is niet bekend. Wel mag verondersteld worden dat vooral beroepen in de geneeskundige sector sterk vertegenwoordigd zijn. Het gaat dan om artsen, tandartsen, apothekers en kinesisten.