Het modehuis Essentiel gaat resoluut internationaal. Tot in de vier uithoeken van de wereld, zegt stichter Esfan Eghtessadi. Het Antwerpse merk onderhandelt zelfs met Macao. Esfan Eghtessadi is van Iraanse komaf en richtte samen met zijn partner Inge Onsea Essentiel op in 1999.
Het begon voor hen allemaal met enkele simpele t-shirts. “We waren weg van de katoenen jerseystof en wilden gewoon vier modellen in twintig kleuren op de markt brengen”, zegt Eghetessadi, zelf zoon van een mode-ontwerpster. Maar daar bleef het niet bij. “We konden ons uitleven op kleuren en materrialen. Het lichaam van Inge werd één groot moodboard en zo kreeg onze eerste echte collectie dus vorm.”
Essentieel tekent vandaag voor een gebudgetteerde omzet van liefst 37 miljoen euro en stelt 170 mensen tewerk. Elk jaar worden vijf tot tien bijkomende mensen aangeworven. De groei wordt op 25% per jaar begroot. De groep heeft ondehand 25 winkels in België en drie in Frankrijk. De colleties worden verkocht in 700 multimerkenwinkels in liefst 35 verschillende landen.
Essentieel heeft vandaag voet aan de grond in verscheidene Europese landen en in de VS. Nu gaat het avontuur verder op de andere internationale continenten. “Essentiel heeft dit jaar vier shops-in-the shop geopend in Zuid-Korea en in de komende vijf jaar moeten er nog een dertigtal bijkomen. Er zijn contracten betekend met Canada en de Verenigde Arabische Emiraten. Er lopen ondehandelingen met Hongkong, Maxcao en Singapore. In de voormalige Sovjetlanden worden de mogelijkheden bestudeerd.
De productie van de vrouwen- en mannenkledij van Essentiel gebeurt voornamelijk in Italië, Portugal, het voormalige Oostblok, Tunesië, India en China. Acht op de tien producenten werken al sinds het begin voor Essentiel.
De reden voor de crisisbestendigheid van het merk? Het zou gaan om een merk dat eruit spring en zeer betaalbaar is in zijn segment.
