Zo’n 700 industriëlen, kaderleden en mensen uit het middenveld tekenden verleden week donderdag en vrijdag in Antwerpen present op een congres over het Nieuw Industrieel Beleid. De organisatie was door het Agentschap Ondernemen opgezet in het teken van het allengs bekende toekomstplan Vlaanderen in Actie (VIA).
Het leek wel even alsof de toekomst van Vlaanderen er effectief heel zonnig uitziet: onder een stralende hemel congresseerden vele tientallen bedrijfsleiders in de Antwerpse Waagnatie over het industrieel beleid dat moet gevoerd worden om Vlaanderen tegen het jaar 2020 tot de allerbeste regio’s van Europa te laten behoren. In de afgelopen vier jaar zijn daarrond onder het initiatief van de Vlaamse minister-president Peeters al de eerste heipalen geslagen. Er werd destijds gestart met een Staten-generaal voor de industrie. Uit de confrontaties die daaruit groeiden wed een witboek opgemaakt met 50 acties en mijlpalen. Het plan beoogt een nieuw productietiviteitsoffensief dat de competiviteit van de Vlaamse ondernemin,gen op een duurzame wijze herstelt en werkgelegenheid genereert. Dat plan is inmiddels in uitvoering.
De concretisering van het nieuw industrieel beleid wordt mee aangestuurd door de industrieraad waarin bekende industriëlen zich geëngageerd hebben. Zo Julien De Wilde (Nyrstar), Paul Stoffels (Janssen Pharmaceutica), Ignace Van Doosselaere (Van de Velde), Herman Daems (KU Leuven), Herman De Bode (McKinsey), Paul Buysse (Bekaet), Chris Dewulf (ex-Volvo), Stephan Kroll (Evonik) e.a. De industrieraad wordt geleid door Wouter De Geest, de gedelegeerd bestuurder van BASF Antwerpen.
Tijdens zijn toespraak duidde Wouter De Geest de krachtlijnen aan van het nieuwe industriebeleid. Het transformatiebeleid van de Vlaamse overheid is volgens hem een beleid van stimulering in functie van een duidelijke visie op de nieuw-industriêle samenleving. “Dat beleid gidst, steunt en brengt actoren bijeen in clusters en cofinanciert langetermijnplannen. Maar om dat proces te laten lukken moet tevens voldaan worden aan randvoorwaarden. In dit opzicht moet het onderwijs geheroriënteerd worden en moet het vergunningenbeleid de toegang tot industriële transities vergemakkelijken.”
De Geest had het nog over het belang van een duurzaam energiebeleid, de rechtszekerheid en een groeistimulerende fiscaliteit.
Tijdens verschillende sessies binnen het raamwerk van het congres kwamen nog verscheidene andere industriëlen, academici en experten aan het woord. Zo Filip Van Pottelbergh (vMA), Guido Vanherpe (La Lorraine Bakery Group), Jan Vercammen (Egemin), André Duval (Duval Branding), Bart Vercoutere (Cleantech Vlaanderen), Bob Thomas (Hermes Consulting), Rudy Moenaert (Antwerp Management School), Karel Vinck (Umicore), Ann Vermorgen (ACV), Urbain Vandeurzen (GIMV), Karel Van Eetvelt (Unizo), minister Ingrid Lieten, Frank Beckx (Essenscia), Frank Geerts (Buildchem), Koen Debackere (KU Leuven), Johan Van Helleputte (IMEC), Peter Sabbe (Recupel), Paul De Bruycker (Indaver), Christina Meskers (Umicore), Wilson De Pril (Agoria), Fons Leroy (VDAB), minister Philippe Muyters, Jo Libeer (VOKA) enz.
In de rand van het congres werden door het Agentschap Ondernemen ook verscheidene worksessies opgezet (De fabriek van de toekomst, de elektriciteitscentrale van de toekomst, genetwerkte productietechnologie, Buildchem, nieuwe materialen, elektrische voertuigen, biotech, 3D printing enz) en een jobbeurs. In een doorlopende opstelling werden tevens verscheidene projecten, cases, bedrijven en clusters van ondernemingen voorgesteld.