Miljoenenboete voor verhuisfirma Gosselin

gosselinDe Antwerpse verhuisfirma Gosselin Group kreeg van het Amerikaanse gerecht een boete van liefst 24 miljoen dollar opgelegd. De onderneming uit Deurne wordt beschuldigd van prijsafspraken. Het gaat om een contract uit 2001 waarbij Gosselin de bezittingen van Amerikaanse militairen en hun families verscheepte naar Amerika. Gosselin gaat in beroep.

De Amerikaanse rechtbank vindt dat elk van de 9136 facturen die bij die operatie werden ingediend “als een valse claim moet worden gezien.”

De Gosselin Group ontkent dat er prijsafspraken werden gemaakt en dat de facturen en het hele contract “onafhankelijk tot stand gekomen zijn.” De rechtbank zou de uitspraken overigens legaal niet goed onderbouwd hebben. Bovendien zou de rechtbank het zélf niet over prijsafspraken hebben maar wél over foutieve certificaties bij de inschrijving voor het contract.

De rechtbank had eerst 24 miljoen dollar als boete opgelegd maar verlaagde de boete in een eerste fase tot 500.000 dollar. Waarop zowel de Amerikaanse overheid als Gosselin in beroep gingen. In een uitspraak in beroep heeft de Amerikaanse justitie nu de oorspronkelijke boete van 24 miljoen dollar bevestigd.

Wat de Gosselin Group daarbij te doen staat is nog niet duidelijk. Wat de gevolgen zullen zijn voor de activiteiten van de groep is evenmin voorspelbaar.

Met 700 personeelsleden wereldwijd en 48 kantoren in liefst 32 verschillende landen is de Gosselin Group uitgegroeid tot een vaste waarde in het Antwerpse bedrijfsleven. De Gosselin Group is nog nauwelijks vergelijkbaar met de kleine verhuisfirma die Lambert Vivet in 1930 oprichtte in Deurne. De enige vrachtwagen van de firma stond lange tijd gewoon geparkeerd voor zijn huis in de Ten Eekhovelei. Vandaag gaat het even moeizaam maar gedelegeerd bestuurder Marc Smet maakt zich sterk dat “inventief werken op termijn toch nog meer volume kan realiseren.”

Lambert Vivet heeft zijn kleine verhuisfirma in al die jaren stelselmatig uitgebouwd. Op een bepaald moment nam hij zijn neef Dolf Gosselin mee op in het bedrijf dat later omgedoopt werd tot Vivet-Gosselin. De vrachtauto’s van de groep behoorden al die jaren tot het vaste decor in de metropool.

Met het aantreden in 1976 van de huidige topman, Marc Smet kwam alles in een heuse stroomversnelling terecht. Vivet-Gosselin was ondertussen al met zijn negen verhuiswagens overgebracht naar een industrieterrein. De firma deed het uitstekend. Grote contracten met de Nato, SHAPE en de Amerikaanse ambassade hadden de cijfers van het bedrijf stevig onderbouwd. De grote kracht van Vivet-Gosselin lag in het feit dat de onderneming niet enkel de verpakking van de goederen op zich nam maar ook de expeditie in de haven, het klaarmaken van de documenten en het overladen in containers.

De internationale doorbraak kwam er echter in 1983 toen een nieuwe firma opgericht werd die als Gosselin World Wide Moving opdrachten over nagenoeg heel Europa ging uitvoeren. Later zelfs in de Kaukasus en in Centraal-Azië. “We zijn evenwel bewust geen wereldspeler geworden”, zei Marc Smet eerder al in een gesprek met Made in Antwerpen. “In onze sector is het belangrijk om met concullega’s opdrachten te kunnen uitwisselen. Als we een verhuis doen van Belgiê naar Amerika werken wij daartoe samen met Amerikaanse bedrijven. Wij geven business aan hen en zij geven business aan ons. Wanneer wij een eigen vestiging in Amerika zouden runnen zouden zij dat als concurrentie zien. Wij zouden dan van hen geen opdrachten meer krijgen.”

Vandaag is de Gosselin Group een holding met meer dan 20 werkmaatschappijen. De groep is ondertussen ook actief in luchtvracht, zee- en baantransport, runt een eigen containerterminal op het Albertkanaal, verzorgt douaneformaliteiten, warehousing en distributie in de Benelux en zet met Pasec goederen vast in containers of aan boord van zeeschepen voornamelijk in de haven van Antwerpen. De firma zorgt ook voor eigen dienstverlening op het vlak van oa. ICT en HR.

De Gosselin Group werft ondertussen nog altijd bijkomend personeel aan. Vooral vrachtwagenchauffeurs met de nodige rijbewijzen mogen zich nog altijd aanmelden.

“Uiteraard onderkennen wij ook de gevolgen van de crisis” zegt Marc Smet. “De concurrentie is bikkelhard, de commerciële marges staan onder druk. Wij proberen in dit opzicht hoe dan ook toch nog bijkomend volume te realiseren. We moeten nu eenmaal onze lopende vaste kosten kunnen dekken. Meer volume realiseren doen we door actief in te zetten op onze verkoop en in onze systemen vooral de interne efficiëntie te verhogen. Dat gaat niet altijd makkelijk maar het lukt wel. Inventies zijn helpt daarbij. Zeker op het moment dat onze investeringen uit het verleden hun waarde bewijzen.”