De crisis in de autosector weegt ook zwaar op het chemiebedrijf Lanxess. Het Duitse concern heeft zijn financiële prognoses voor het lopende boekjaar daarom teruggeschroefd. Lanxess werkt nagenoeg 40% voor de autosector. Ook de fabrieken in Zwijndrecht, Lillo en Kallo voelen de druk.
Lanxess heeft onder zijn flamboyante topman Heitmann verscheidene enthousiaste expansiejaren neergezet. De activiteiten van het chemiebedrijf werden destijds in 2004 losgehaakt uit Bayer. Lanxess kreeg zowat alle activa toegeschoven waar Bayer geen interesse meer voor had. Heitmann en zijn team hebben van het nieuw opgezette bedrijf evenwel een succesverhaal gemaakt dat vandaag even vast lijkt te lopen. Tijdens het tweede kwartaal van het lopende boekjaar daalde de omzet met 12% tot 2,1 miljard euro.
“Het is vooral de sterke druk op de prijzen waardoor we vandaag effectief wat gas moeten terug nemen”, zegt woordvoerder Philippe Van Wassenhove. “Het gaat er ontzettend hard aan toe in de sectoren van de kunststoffen en de rubber. De autoproducenten doen er alles aan om de prijzen naar beneden te krijgen. Bovendien moeten ook de BRIC-landen wat kalmer aan gaan doen. De verkoop ligt er zwaar onder druk.”
Lanxess gaat er daarom vanuit dat de prognose met een ebitda van 1,4 miljard euro niet langer realistisch is en schroeft die nu terug tot 800 miljoen euro. “De cijfers zijn challenging,” heet het.
Ondertussen worden ook herstructureringen en besparingen opgezet. In de fabriek van Kallo wordt oa. de aanmaak van vulkanisatieversnellers gestopt. Dat kost 45 mensen hun baan. Anderzijds worden ook diepte-investeringen doorgevoerd. In Lillo wordt een nieuwe polyampidefabriek gebouwd, in Kallo wordt de tweede oven van de glasvezelinstallatie vervangen. De rubberfabriek van Zwijndrecht lag eerder verscheidene weken stil maar werkt ondertussen weer op volle toeren.
Lanxess stelt in zijn drie Antwerpse vestigingen 1450 mensen tewerk.