De Amerikaanse multinational Monsanto is een van de “beste bedrijven om voor te werken.” Het concern behaalde de 14de plaats onder 5700 bedrijven in een internationale vergelijking van “Great Place to Work.” Ook de 760 werknemers van de Antwerpse vestiging delen mee in de eer.
Monsanto heeft de laatste jaren spectaculaire ontwikkelingen meegemaakt. Het bedrijf is sterk geëvolueerd van een puur chemiebedrijf naar een agroconcern dat oa. toegespitst is op de zaadveredeling en genetisch gemodificeerde gewassen. Ook de fabriek in Antwerpen werd in de afgelopen jaren helemaal hertekend. Opgestart in 1965 als een petrochemisch bedrijf zijn de activiteiten geleidelijk aan herschikt. Monsanto produceert nu aan de Scheldelaan voornamelijk grondstoffen voor herbicides. Een groot gedeelte van de activiteiten op de site werd verkocht aan partners zoals Eastman Chemical, Flexsys Ferro en Henkel. In die mate zelfs dat hooguit 50% van de gerealiseerde omzet op activiteiten op rekening komt van Monsanto zelf. De andere helft wordt gerealiseerd door de partners die van Monsanto dan wél ook de algemene diensten betrekken. Hiervoor doen zij een beroep op de algemene diensten van Monsanto.
“Wij doen het ondertussen in de gegeven omstandigheden nog redelijk goed”, zegt plant manager Walter Dechateau. “Onze producten blijven sterk gevraagd. Wij houden onze cijfers op peil.” Monsanto werft ondertussen nog altijd mensen aan. “Wij hebben vijf tot tien openstaande vacatures. Vooral dan voor technisch geschoolde mensen uiteraard, ingenieurs bv. Wij draaien als Antwerpse vestiging ook mee binnen de groep en sturen van hier uit ook geregeld mensen naar bv. Oost-Europa waar we mooie groeicijfers realiseren. Onze mensen kunnen daar een eigen bijdrage gaan leveren.”
De erkenning als “great place to work” wordt vanzelfsprekend heel erg geapprecieerd. De no-nonsense Amerikaanse cultuur zal daar uiteraard wel toe bijgedragen hebben. Bij Monsanto krijgen de werknemers vanaf de eerste dag hun eigen verantwoordeliijkheid toebedeeld en dat appreciëren de mensen enorm. Tegelijk werken ze binnen een internationale groep waar grote doorgroeimogelijkheden bestaan.
“De erkenning als “great place to work” is in die mate hartverwarmend omdat we in de periode 2009/2010 toch twee grote herstructureringen dienden door te drukken waarbij zo’n 200 180 jobs verdwenen”, zegt Walter Dechateau. “De mensen hebben kennelijk begrepen dat deze ingrepen zeker niet het einde van de fabriek betekenden. maar veeleer de aanzet naar nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden waren. We hebben die moeilijke periode in dit opzicht achter ons gelaten en kijken nu weer vooruit. De erkenning als goede werkgever doet ons deugd.”
