De Arbeidsrechtbank van Hasselt heeft de zeven Bulgaarse chauffeurs die het transportbedrijf RMT uit Tessenderlo aanklaagde voor sociale dumping, gelijk gegeven. “Het principe van ‘gelijk loon voor gelijk werk’ wordt door de rechtbank bevestigd”, zegt Frank Moreels, voorzitter van vakbond BTB.
Met haar Bulgaarse dochterfirma Remetra stelde RMT Bulgaarse truckers tewerk in België. De chauffeurs kregen een loon van 414 Bulgaarse lev per maand, of zo’n 211 euro per maand. Transportvakbond BTB, dat in naam van de chauffeurs een rechtszaak aanspande, noemde Remetra niet meer dan een constructie om aan de Belgische loon- en arbeidsvoorwaarden te ontsnappen. “De chauffeurs reden niet in Buglarije en kregen hun opdrachten vanuit Tessenderlo.”
Meer dan drie jaar nadat er een klacht werd ingediend, heeft de Arbeidsrechtbank nu een oordeel geveld. De Arbeidsrechtbank oordeelt dat RMT de daadwerkelijke uitoefening van het gezag over de chauffeurs op zich nam en dus de effectieve werkgever was. Bijgevolg was het Belgisch arbeidsrecht van toepassing op de arbeidsrelaties.
De zeven chauffeurs krijgen nu 236.000 euro, het verschil met het Belgische loon dat het nooit werd uitbetaald. “Dit is een belangrijk precedent in de strijd tegen sociale dumping. We zijn ervan overtuigd dat dit een dominosteen is die valt, en dat er nog vele zullen volgen”, zegt Frank Moreels, de voorzitter van de BTB.
Volgens Moreels is de uitspraak ook belangrijk voor de Belgische chauffeurs. “Bulgaarse chauffeurs krijgen waar ze recht op hebben. Dit is uiteraard ook in het belang van de Belgische chauffeurs, gezien oneerlijke concurrentie hiermee wordt uitgeschakeld. Het principe van “gelijk loon voor gelijk werk” wordt hier door de rechtbank bevestigd.”