pensioen

“Wanneer krijgt zelfstandige gelijkwaardig pensioen?”

Een zelfstandige: 911 euro. Een ambtenaar: 2.600. Dat was vorig jaar het gemiddelde pensioen per maand voor beide groepen. “Dat verschil is historisch gegroeid, maar we leven in 2018”, aldus Bart Lodewyckx van Unizo Limburg. “Ondernemers vragen massaal een gelijkwaardige behandeling op vlak van sociale bescherming.”

“Zelfstandige ondernemers bouwen vanaf vandaag géén pensioen meer op voor de rest van dit jaar. Dat komt door de manier waarop hun pensioen wordt berekend. Het inkomen dat daarvoor in aanmerking wordt genomen, wordt drastisch naar beneden gehaald. Hierdoor komt bijna elke zelfstandige op een laag pensioenbedrag uit”, aldus Lodewyckx, die met zijn organsatie Unizo een grootschalige bewustwordingscampagne heeft opgezet. “Daarom roepen we 30 augustus uit tot de Dag voor Gelijk Pensioen en vragen aan de beleidsmakers om hier werk van te maken.”

In vergelijking met 50 jaar geleden, toen het sociaal statuut voor zelfstandigen werd ingevoerd, zijn er al heel wat veranderingen gebeurd. Zo werd de dekking in de gezondheidszorg uitgebreid van de grote naar de kleine risico’s. De kinderbijslag werd gelijkgeschakeld. Er werd een faillissementsverzekering ingevoerd en de minimumpensioenen voor zelfstandigen werden geleidelijk opgetrokken naar het niveau van de werknemers.

Drempel
Maar… “Er is echter nog nood aan een verdere verbetering van het sociaal statuut”, vindt Bart Lodewyckx. “Zelfstandigen zien dat er voor heel wat mensen in onze samenleving een uitgebreide sociale bescherming bestaat. Ze weten dat ze – als werkgever, als belastingbetaler, als consument, enzovoort – mee betalen om deze sociale bescherming voor anderen op te bouwen. Wanneer ze een vergelijking maken met hun eigen sociaal statuut moeten ze echter vaststellen dat ze op minder solidariteit van de samenleving kunnen rekenen. Deze verschillen vormen een drempel voor kandidaat-ondernemers om een eigen zaak te beginnen. Maar liefst 45% van de zelfstandigen twijfelde bij aanvang over het starten van hun onderneming, omwille van die mindere sociale bescherming. Als we dus meer ondernemerschap willen in dit land, moeten we zorgen voor een aantrekkelijker sociaal statuut. Onze leden geven daarbij massaal aan dat de grote prioriteit voor hen bij het wettelijk pensioen ligt.”

Hij countert meteen de mogelijke kritiek. “Sommigen zullen opperen dat dit komt omdat zelfstandigen minder sociale bijdragen zouden betalen dan in het werknemersstelsel. De verschillen in bijdrageberekening volstaan vandaag echter niet meer als verantwoording. Op individueel niveau zijn er situaties waarin een zelfstandige meer sociale bijdragen betaalt dan een werknemer. Men kan bovendien niet om de vaststelling heen dat de bijdragen in het werknemersstelsel in feite door de werkgever betaald worden. Deze werkgever is in veel gevallen zelf ook een zelfstandige.”

Overschot

En hij besluit: “Belangrijk om te onderstrepen in dit debat is dat de zelfstandigen al jaren een overschot realiseren binnen hun sociaal statuut. Zowel het jaar 2016 als 2017 werd afgesloten met een positief saldo van meer dan 300 miljoen euro. Deze trend zal verder gezet worden in 2018 en de komende jaren. Er zijn dus middelen voorhanden om de sociale bescherming van de zelfstandigen structureel te verbeteren.”