Het langdurig ziekteverzuim is tussen 2014 en 2017 met 20% gestegen. In Limburg is de stijging milder (12%), maar dit is geen reden om te juichen: Limburg heeft reeds lang het hoogste ziekteverzuimpercentage van alle Vlaamse provincies. Met een globaal verzuimcijfer van 8,42% steekt Limburg trouwens torenhoog, in totaal maar liefst +25%, uit boven het Vlaamse gemiddelde van 6,69%, zo blijkt uit cijfers van Acerta.
Lang, middellang en kortstondig ziekteverzuim: het vreet aan de capaciteit van bedrijven. Het hoogste percentage van niet-gepresteerde, werkbare uren komt van medewerkers die langer dan een jaar ziek zijn. Dat percentage is de voorbije vier jaar blijven stijgen.
Gert Mertens, kantoordirecteur van Acerta in Hasselt, legt uit: ”Voor 2017 komen we voor Limburg aan een percentage ‘ziekteverzuim van meer dan 1 jaar’ van 3,72%: het hoogste percentage van Vlaanderen. Het komt overeen met een stijging met goed 12% in 4 jaar tijd. In de categorie arbeiders is het nog erger, daar ging 6% van de uren op aan ziekte langer dan 1 jaar, een stijging met 14% tegenover 2014. Met de reglementering inzake re-integratie, in voege sinds 1 december 2016, zullen er hopelijk stilaan minder gevallen van langdurige ziekte bijkomen. Dit kan het begin zijn van een ommekeer. Maar gaan we de langdurig zieken die er al zijn laten zitten, terwijl we met een arbeidskrapte kampen? Dat talent zit daar nog. Voor de maatschappij is het belangrijk dat we een belangrijk deel van deze langdurig zieken kunnen reactiveren op de arbeidsmarkt. Daar zitten vast mensen bij die op een nieuwe, haalbare kans zouden ingaan als ze hiertoe aangemoedigd worden.”
“Gedeelde verantwoordelijkheid”
Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder VKW Limburg en gedelegeerd bestuurder Medilim (controle op arbeidsverzuim): “Bijna iedere Limburgse werkgever worstelt met de invulling van openstaande vacatures. Het baart ons zorgen dat we in Limburg worden geconfronteerd met een hoger ziekteverzuim dan in de rest van Vlaanderen. Het is cruciaal dat iedere ziektemelding van dichtbij opgevolgd wordt en dat via controles, snelle consultaties bij de arbeidsgeneesheer en re-integratietrajecten. De eerste maanden van de ziekteperiode zijn bepalend voor de eventuele terugkeer van de zieke werknemer naar de werkvloer. Kort op de bal spelen door de werkgever is de boodschap. Dat neemt niet weg dat het ook erg belangrijk is dat iédereen zijn verantwoordelijkheid opneemt om de economische impact van ziekteverzuim te beperken: de arts via een correct voorschrijfgedrag, de werknemer die er alles aan doet om zo snel mogelijk terug te keren, zo mogelijk ook voor het einde van de voorgeschreven ziekteperiode.”