Vorig jaar nam Stijn Germeys, aandeelhouder en mede-zaakvoerder van het interimkantoor Flexpoint een beslissing die zijn leven definitief zou veranderen. Na 20 jaar een topjob te hebben uitgeoefend in de uitzendsector, ging hij aan de slag bij het fruitbomenbedrijf Carolus Trees. Nu praat de fruitbomenkweker die niets van fruitbomen kende voor het eerst over de – bij wijlen emotionele – rollercoaster van het voorbije jaar. “Zonder mijn team was dit nooit gelukt.”
Een klein jaar geleden staat Stijn Germeys nog mee aan het hoofd van het grootste Limburgse interimkantoor: 122 miljoen euro omzet, elke dag zo’n 2.500 poetsvrouwen en 5.000 uitzendkrachten op pad. Nu staat hij aan het hoofd van de fruitbomenkwekerij Carolus Trees, een van de economische parels van Limburg. Het voorbije jaar is echter een turbulent jaar geweest, een emotionele rollercoaster met onder meer de zelfdoding van zijn partner in het bedrijf, waarover hij nu voor het eerst spreekt.
Als Stijn Germeys vorig jaar met gezondheidsproblemen te kampen krijgt, vraagt hij zich af of hij nog lang in die rat race moet meelopen. “Ik speelde al langer met de idee om iets anders te doen, en er hadden zich al een aantal mogelijkheden aangediend”, herinnert hij zich. “Maar dan lig je in het ziekenhuis na te denken. Wil ik dit nog doen tot aan mijn pensioen? Wordt het niet tijd voor iets anders.” In het ziekenhuis denkt hij ook aan zijn vader, oud burgemeester van Nieuwerkerken en arts Louis Germeys. “Mijn vader is op relatief jonge leeftijd gestorven”, aldus Stijn Germeys. “En dat gaf uiteindelijk de doorslag. Soms moet je iets ingrijpends doen in het leven.”
Niet toevallig
Stijn Germeys kwam niet toevallig bij Carolus Trees terecht. “Ik kende het bedrijf en ik kende Koen, trouwens een leeftijdsgenoot. Het bedrijf was fors gegroeid, te fors eigenlijk, van enkele duizenden fruitbomen tot meer dan twee miljoen. Koen was een genie op technisch vlak, wist alles van fruitbomen en voelde de klanten perfect aan. Maar de cijfers, dat was niet zijn ding. Kortom, het bedrijf was hem boven het hoofd gegroeid. Koen zocht een partner die complementair was aan hem. ”
In september vorig jaar hakt Germeys de knoop door. Samen zouden ze hun schouders zetten onder het bedrijf. “Koen zou zorgen voor de technische kant, ik zou mij bezighouden met de financiën, human resources. Kortom, hij de bomen, ik de cijfers. De eerste maanden zou ik mij geleidelijk inwerken.”
Tot die noodlottige dag in oktober, als Koen Carolus beslist om zelf uit het leven te stappen. Het is een dag die niet alleen Stijn Germeys maar het hele bedrijf voor het leven tekent. “Dan komt het er op aan om dicht bij elkaar te kruipen. Ik kende echt niets van fruitbomen maar ik was er mij maar al bewust van mijn verantwoordelijkheid. Maar als ik niet had kunnen terugvallen op een sterk team, was het niet gelukt. In moeilijke omstandigheden stijgen mensen vaak boven zichtzelf uit.” In Geert Colda vindt hij zijn nieuwe rechterhand.
Fruitbomen
Carolus Trees vind zijn ontstaan in het begin van de jaren ’60 als fruitkweker Clement Carolus beslist om zijn eigen fruitbomen te kweken. Wat begint als een soort van zij-activiteit groeit echter snel, eerst voor bevriende fruitkwekers en bedrijven in de buurt, later ook voor export. Als Koen Carolus de zaak van zijn vader overneemt, produceert hij zo’n 200.000 bomen per jaar.
In de jaren ’90 worden de eerste fruitbomen geleverd in het buitenland, nu wordt ruim 90 procent van de productie naar het buitenland verzonden, niet alleen naar de landen van de Europese Unie, maar ook ver daarbuiten, naar alle landen van de vroegere Sovjet-Unie, zelfs naar Noord-Korea. “Carolus Trees is zo’ bedrijf dat buiten de fruitsector bij het gewone publiek niet bekend is”, zegt Stijn Germeys, “Maar in de sector is het wel in de hele wereld bekend.”
Momenteel produceert Carolus Trees ruim 2,2 miljoen bomen en draait een omzet van 9 miljoen euro. Het bedrijf telt een dertigtal werknemers, in het hoogseizoen aangevuld met 120 à 130 seizoensarbeiders. Carolus Trees kweekt niet alleen fruitbomen, maar doet ook aan onderzoek naar en ontwikkeling van niet soorten. “Consumenten willen nu eenmaal nieuwe dingen, en supermarkten spelen daar graag op in. In Duitsland heeft iemand een zwarte appel ontwikkeld. Dat was geen succes. Of een roze appel, om kinderen aan te zette om fruit te eten.” Soms lukt het wel. Trots toont hij de nieuwe Celina-peer. “Dat wordt een succes.” Het bedrijf zoekt de publiciteit niet. Eenmaal per jaar zet het bedrijf zijn deuren open voor de actie van Voka-Limburg waarbij politici ‘stage’ lopen in een bedrijf.