Njet voor afvalinzameling Van Hoef wegens ‘big business’

Het schrootverwerkingsbedrijf Van Hoef heeft twee milieuvergunningsaanvragen ingediend bij de gemeente Dilsen-Stokkem: één voor de vestiging op de Teultelbergstraat (industrieterrein Lanklaar) en één voor de nieuwe vestiging op de Kruishoefstraat (industrieterrein Rotem). De omwonenden van de Kruishoefstraat dienden echter diverse bezwaren in, wat voor schepen van Milieu Koen Sleypen (sp.a) voldoende was om beperkende voorwaarden op te leggen: “In ons advies aan de provincie Limburg stelden wij dat er strikte afspraken gemaakt moeten worden rond de locatie waar activiteiten, die potentieel voor hinder kunnen zorgen, zullen uitgevoerd kunnen worden,” aldus Sleypen. “De meest hinderlijke activiteiten moeten plaatsvinden in de gebouwen. Ook moet er rond het bedrijf een aarden wal met groenscherm worden opgetrokken. Van Hoef houdt zich momenteel niet aan de voorschriften van de stedenbouwkundige vergunning. Daarom hebben we het provinciebestuur gevraagd om geen vergunning van 20 jaar of meer af te leveren, zoals dat meestal het geval is, maar een vergunning op proef voor een periode van 3 jaar.”

van hoef dilsenPartijgenoot bij de provincie, Ludwig Vandenhove, volgt Sleypen: “Ik hou altijd zoveel mogelijk rekening met de adviezen van de gemeenten. In dit dossier heb ik dat ook gedaan: op mijn voorstel heeft de deputatie deze voorwaarden overgenomen in de afgeleverde vergunning. Het is nu aan de exploitant om zich aan de voorschriften te houden.”

Ook het aannemen en verwerken van textiel, papier & karton, glas en speelgoed is uitgesloten uit de vergunning. De inzameling van huishoudelijk afval is een taak van de overheid, aldus nog Vandenhove. “Hiervoor heeft de gemeente Dilsen-Stokkem afspraken met Kringwinkel Maasland. Die heeft op haar beurt heeft een maatschappelijke doelstelling, onder andere tewerkstelling van doelgroepen, die het moeilijk(er) hebben op de arbeidsmarkt. Als overheid is het belangrijk om daar maximaal op in te zetten, zeker in deze tijden waarin afval nog meer ‘big business’ wordt.”