Indien er aan enkele voorwaarden wordt voldaan, is het perfect mogelijk om veel meer bouwmaterialen via waterwegen van producenten naar verdelers te transporteren. Dat blijkt uit de resultaten van een proefproject, dat het Vlaams Instituut voor de Mobiliteit (VIM) uit Diepenbeek uitvoerde, en zopas in Haven Genk werd voorsteld.
Indien alle bouwmaterialen via het water zouden vervoerd worden in plaats van over de weg, zou dit een verschuiving betekenen van maar liefst 6 tot 7 miljoen ton, wat overeenkomt met zowat een kwart van het huidige wegtransport. Het potentiële voordeel voor de bestrijding van files en het milieu, is dus erg groot. Vandaar dat de Vlaamse regering een proefproject liet uitvoeren bij onder meer Haven Genk.
“Het project bestond uit 12 proefvaarten met gepalletiseerde bouwmaterialen,” zegt Sandra Vanderniepen van het VIM, dat in het Wetenschapspark van Diepenbeek is gevestigd. “Die waren goed voor in totaal 12.000 ton. Er werd geëxperimenteerd met verschillende types van producten die via diverse waterwegen vervoerd werden. De conclusie is dat er best wel veel potentieel mogelijk is. We hebben wel gemerkt dat het logistieke aanbod van de schippers moet vergroten om aan de wensen van de bedrijven te kunnen voldoen. Bovendien moet ook het netwerk van regionale, watergebonden distributiecentra (zoals Haven Genk), worden uitgebreid.”
Via een nieuw project, Distribouw genaamd, zal hier nu verder onderzoek naar gebeuren. Bovendien zal intussen de industrie gemobiliseerd worden om hun distributieplannen aan te passen in de richting van meer watergebonden transport.