Omdat het aantal startende ondernemers in ons land is vrije val is, dient CD&V-Kamerlid Liesbeth Van der Auwera uit Bree een wetsvoorstel in om het zelfstandge beroep via de S-BVBA (starters-bvba) aantrekkelijker te maken. “De oprichtingskosten voor een startende bvba worden verlaagd, het verlaagde tarief van de vennootschapsbelasting moet blijven, en een starter zal minder winst moeten reserveren”, aldus Van der Auwera.
In het eerste kwartaal van dit jaar lag het aantal startende ondernemers 14 procent lager dan vorig jaar. Dat blijkt uit cijfers van het handelsinformatiebureau Coface. Het aantal starters in de eerste drie maanden van dit jaar bedroeg 18.750, terwijl er vorig jaar nog 21.788 nieuwe zaken werden opgericht. Het eerste kwartaal is weliswaar nog niet helemaal voorbij, maar Coface extrapoleerde de cijfers. In vergelijking met het voorlopige topjaar 2007 lag het aantal starters dit jaar zelfs 19 procent lager. Het is de eerste daling na twee jaar van stijging.
Zelfstandigenorganisatie NSZ ziet drie redenen: hoofdoorzaak is het federale regeringsbeleid, dat met allerhande nieuwe belastingen veel onzekerheid creëert. Ook de banken zijn wat terughoudender met kredieten, en er is de relatieve aantrekkingskracht van een vaste job boven het onzekere bestaan van de ondernemer.
Wetsvoorstel
Sinds 1 juni 2010 kan de ondernemer in België een S-BVBA oprichten. Het belangrijkste kenmerk van zo’n startende vennootschap is dat er geen minimum kapitaalvereisten bestaan: je kan ze in theorie oprichten met een kapitaal van 1 euro. De S-BVBA moet na een periode van maximaal vijf jaar worden omgevormd tot een klassieke BVBA.
“Maar de S-BVBA kent voorlopig weinig succes. In een jaar tijd zijn slechts 800 S-BVBA’s opgericht,” zegt Van der Auwera. Dit is één procent van het totaal aantal opgerichte ondernemingen in 2010 en 5 procent van het totaal aantal opgerichte BVBA’s.” De Breese CD&V-politica ziet die drie redenen ziet. “Een S-BVBA kent geen voordelig belastingtarief als dividenden worden uitgekeerd; de verplicht aan te leggen wettelijke reserve is te hoog (25% van de nettowinst); en de verplichte bijstand van een boekhouder of bedrijfsrevisor verhoogt de oprichtingskosten.”
Toch heeft de S-BVBA, mits enkele aanpassingen, volgens Van der Auwera wel degelijk potentieel. Haar wetsvoorstel bevat drie aanpassingen van de wetgeving opdat meer jonge mensen de stap naar het ondernemerschap zouden zetten:
– De S-BVBA geniet altijd van het verlaagd tarief van de vennootschapsbelasting.
– De verplicht aan te leggen reserve wordt verlaagd, van 18.550 euro naar 6.200 euro.
– De verplichte bijstand van een boekhouder of revisor wordt afgeschaft.