VKW en Unizo peilen traditiegetrouw in het begin van het jaar naar de evaluatie van de vorige 12 maanden en naar de verwachtingen voor het komende jaar.
Ongeveer één op de drie Limburgse bedrijven (36%) deed het in 2024 beter dan in 2023. Daarmee worden de verwachtingen van 1 jaar geleden ingevuld, maar voor een net iets grotere groep (38%) was het voorbije jaar wel slechter dan 2023. Als alles geteld is, denkt 3 op 4 bedrijven het boekjaar 2024 toch met winst te kunnen afsluiten en bij 1 op 3 groeide het voorbije jaar het personeelsaantal.
Voor 2025 gaan 3 op 10 ondernemers uit van een beter jaar, net zoveel als de groep die een slechter 2025 verwachten. De rest denkt dat alles ongeveer gelijk zal blijven. Zowel de globale winst- als de personeelsverwachtingen blijven status quo.
Dikke nul
Op de vraag waarop de bedrijven in 2025 de focus willen leggen, blijven het verbeteren van de interne organisatie, het bewaren van de financiële gezondheid en het aanpakken van het businessmodel stevig in de top 3. Marktaandeel vergroten, digitalisering en marketing volgen op enige afstand. Waar veel minder aandacht naartoe gaat, is het invullen van vacatures en internationale expansie.
Komt ook voort uit de jaarlijkse bevraging: de beoordeling van zowel de federale als de Vlaamse regering. Die worden allebei voor het zesde jaar op rij gebuisd door de Limburgse ondernemers. Ten opzichte van 2023 dalen alle 15 beoordelingscriteria. Het minst tevreden zijn de Limburgse ondernemers over (het gebrek aan) overheidsefficiëntie. Maar liefst één op drie ondernemers geeft de overheid hiervoor een 0 op 10. Ook voor de aanpak van de loonkostenhandicap, administratieve vereenvoudiging, de betaalbaarheid van de sociale zekerheid en de belastingdruk zijn er telkens meer dan 1 op 4 ondernemers die een quotering van 0 op 10 geven…
Paarden naar het slachthuis
Bart Lodewyckx, gedelegeerd bestuurder van Unizo Limburg, analyseert de resultaten: “Drie op de tien Limburgse ondernemers kijkt positief vooruit: dat is zeker een lichtpunt. Maar de groep die een slechter jaar verwacht is even groot, en ook in de evaluatie van 2024 blijkt die tweespalt tussen positief en negatief gestemde ondernemers te bestaan. De nood is dan ook hoog voor een snel en vooral moedig regeerakkoord dat economie op de eerste plaats zet. We hopen dat de economische realiteit en de alarmsignalen voldoende doordringen bij de onderhandelaars, voor wie de laatste verlengingen zijn ingegaan. Onze ondernemers zijn de werkpaarden van onze economie en die moet je koesteren in plaats van ze naar het slachthuis te brengen. Om onze welvaart en welzijn te garanderen, moet dat ondernemerschap gekoesterd worden. De nieuwe federale regering dient ondernemerschap te stimuleren door meer flexibiliteit en minder rompslomp, en het al zeker niet te beknotten door extra lasten. Ook de automatische loonindexering is niet langer houdbaar. Op vijf jaar tijd zijn de loonkosten gestegen met meer dan 20%. De competitiviteit en zelfs de overlevingskansen van duizenden ondernemingen worden zo gehypothekeerd. We hebben nood aan moedig beleid, hopelijk beseft elke partij aan tafel dat heel goed.”
Duidelijkheid
Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder van VKW Limburg, ziet het zo: “De economische situatie is duidelijk en ze is niet rooskleurig. Dat mag en moet worden gezegd, maar klagen alleen helpt niets. Actie is nodig. Ondernemers weten dat. Ze hebben niet de gewoonte bij de pakken te blijven zitten en zullen dat ook nu niet doen. Meer zelfs: het is juist in moeilijke tijden dat de beste ondernemers opstaan en op zoek gaan naar alternatieven en nieuwe kansen. Door in 2025 nog meer de focus te leggen op de efficiëntie van hun interne werking en hun businessmodellen tegen het licht te houden en aan te passen. Maar hoe goed ondernemers zelf ook in actie schieten, gerichte actie is minstens zo hard nodig op beleidsvlak. We zijn hoopvol dat de nieuwe Vlaamse Regering het besef over de noodzaak aan lagere energieprijzen, minder administratieve overlast, een sterker gefocust industriebeleid en snellere en rechtszekere vergunningen, snel in concrete daden zal omzetten. De problemen waar onze bedrijven vóór staan zijn kristalhelder en de recepten om het tij te keren gekend. De nieuwe federale regering moet de problemen op vlak van arbeidsmarkt, fiscaliteit en loonkosten terdege aanpakken zodat we na een half jaar stilstand, een echte hervormingsregering krijgen die onze economie en onze bedrijven – die jobs en welvaart creëren – op de eerste plaats zet. Enkel dan zullen de onvoldoendes waarmee ondernemers het beleid vandaag quoteren, verdwijnen en worden omgezet in voldoendes. Minstens.”