Het Franse bedrijf Air Liquide Foto: Joris Herregods

Europa komt met zak geld voor groene waterstof naar Antwerpen, maar bedrijf Air Liquide hapt niet zomaar toe

De Europese Commissie heeft 110 miljoen euro subsidies vrijgemaakt voor het bedrijf Air Liquide in de Antwerpse haven. Met dat geld kan het groene waterstof maken en meer dan 300.000 ton CO2 per jaar besparen in de Antwerpse regio. Maar Air Liquide wil dat ook de Belgische wet verandert, voor het beslist of de investering effectief doorgaat.

Het Franse bedrijf Air Liquide produceert vandaag in de Antwerpse haven, meer bepaald op de site van het chemiebedrijf Covestro, waterstof voor allerlei chemiebedrijven en raffinaderijen in de buurt. Die waterstof wordt gemaakt van gas, dus een fossiele brandstof, en is daarom slecht voor het milieu. Air Liquide wil daarom een installatie ontwerpen die waterstof maakt zonder CO2 uit te stoten. Het bedrijf wil daarbij niet meer van gas vertrekken, maar van ammoniak.

“Wij willen die ammoniak aankopen uit verre landen, waar veel wind- en zonne-energie is”, zegt Gert Jan ten Cate, vicepresident van Air Liquide in Noord-Europa. “Bijvoorbeeld uit het Midden-Oosten of uit Afrika. Die ammoniak willen we met schepen naar hier laten komen en hier als grondstof voor de productie van groene waterstof gebruiken. Daarmee kunnen we een CO2-besparing van meer dan 300.000 ton per jaar realiseren.”

“Wij willen de groene waterstof ook verkopen aan bedrijven in de transportsector. Schepen kunnen overschakelen van diesel naar groene waterstof, vrachtwagens ook. Onze plannen zijn dus een belangrijke investering in een beter klimaat”

Gert Jan ten Cate

“Die besparing ligt zo hoog, omdat we verder willen gaan dan alleen de vergroening van chemiefabrieken en raffinaderijen die we bevoorraden”, zegt Gert Jan ten Cate. “Wij willen de groene waterstof ook verkopen aan bedrijven in de transportsector. Schepen kunnen overschakelen van diesel naar groene waterstof, vrachtwagens ook. Onze plannen zijn dus een belangrijke investering in een beter klimaat.”

Gert Jan ten Cate. Foto: Joris Herregods

Het project klinkt zo indrukwekkend dat Air Liquide vrijdagmiddag het bezoek kreeg van de Nederlandse christendemocratische politicus Wopke Hoekstra, die eurocommissaris is voor Klimaatactie. Hoekstra kwam met een riant cadeau: hij had de goedkeuring voor een subsidie van 110 miljoen euro uit het Europese Innovatiefonds bij, dat het groene project van Air Liquide moet helpen slagen. “De milieuwinst die Air Liquide met dit project wil maken, is echt gigantisch. Dit is groen ondernemerschap op zijn best”, zegt Hoekstra.

Dit is de huidige installatie in de Antwerpse haven waarmee Air Liquide waterstof maakt. Vandaag gebeurt dat nog op basis van gas. Foto: Joris Herregods

Het is alleen nog niet zeker of Air Liquide die 110 miljoen euro Europees geld wel zal aanvaarden. “Wij zijn voor alle duidelijkheid heel blij met deze steun. Zonder dit geld zou onze investering wellicht niet rendabel zijn”, zegt Gert Jan ten Cate.

“Maar het hele project kost veel geld. We communiceren het bedrag nog niet, maar we moeten er zeker van zijn dat we dit rendabel kunnen maken. Daar zijn twee dingen voor nodig. Het eerste ligt in onze eigen handen: we moeten de installatie ontwerpen. Daar werken we aan en dat zal wel lukken. Het tweede ligt in de handen van de nationale politiek. Want er zijn wel duidelijke Europese klimaatdoelstellingen, maar die zijn vandaag niet allemaal omgezet in lokale wetgeving. België en Nederland moeten duidelijke doelstellingen formuleren over het gebruik van groene waterstof, zowel voor de industrie als voor de transportsector. Dan wordt er een markt voor die groene energiebron gecreëerd. Als die er is, kunnen wij onze groene energiebron aan genoeg bedrijven verkopen.”

Air Liquide gaat nu eerst zijn eigen huiswerk doen en het ontwerp van de nieuwe installatie afwerken. In 2026 zal het bedrijf beslissen of de nieuwe installatie er effectief komt.

Commissaris wil zware industrie steunen

Dit hele verhaal is typisch voor de moeilijke spreidstand waarin veel Antwerpse havenbedrijven zich vandaag bevinden. Ze willen vergroenen, maar dan wel zonder verlies te maken, en dus zonder jobs te moeten schrappen. Op dat vlak begaf Eurocommissaris voor Klimaat Wopke Hoekstra zich vrijdagmiddag zo’n beetje in het hol van de leeuw. De CEO’s van de Antwerpse chemiebedrijven Evonik en BASF hebben in de voorbije weken in Gazet van Antwerpen bijvoorbeeld aangekaart dat de regels voor de vergroening in de industrie in Europa vaak te strikt zijn, waardoor onze bedrijven de concurrentiestrijd met onder meer China dreigen te verliezen. Mede door die concurrentie, en door de energieprijzen die in Europa bijna vijf keer hoger liggen dan in de Verenigde Staten, gaan Evonik, BASF en andere chemiebedrijven jobs in Antwerpen schrappen.

“De nieuwe Europese Commissie, die nu pas in functie is getreden, zal veel meer moeten doen om de klassieke zware industrie te steunen. Ik geloof dat onze steun van 110 miljoen euro aan Air Liquide al een belangrijk signaal is”

Wopke Hoekstra

“Ik begrijp de opmerkingen van die bedrijven. We hebben in het verleden te weinig aandacht gehad voor de concurrentiekracht van onze industrie”, zegt Wopke Hoekstra. “Maar ik wil er wel op wijzen dat de kloof in de energieprijs tussen Europa en de Verenigde Staten maar voor 7% aan het Europese klimaatbeleid te wijten is. De kloof in de energiekosten komt er vooral door andere factoren, bijvoorbeeld doordat de Verenigde Staten goedkoop schaliegas kunnen oppompen. Dat neemt niet weg dat de nieuwe Europese Commissie, die nu pas in functie is getreden, veel meer zal moeten doen om de klassieke zware industrie te steunen. Ik geloof dat onze steun van 110 miljoen euro aan Air Liquide al een belangrijk signaal is.”

Wopke Hoekstra Foto: Joris Herregods

Jan Remeysen, de CEO van BASF, klaagde vorig weekend in deze krant ook aan dat Europa zodanig veel regeltjes oplegt, dat de klimaattransitie er soms door wordt tegengehouden. Hij zegt bijvoorbeeld dat veel bedrijven graag willen investeren in blauwe waterstof, waarbij het grootste deel van de vrijgekomen CO2 wordt opgevangen, maar het niet doen. De reden: Europa legt op dat liefst 42% van die waterstof dan tegen 2030 van blauw naar groen moet veranderen, dus moet worden opgewekt door wind- en zonne-energie, die bovendien lokaal wordt geproduceerd. En die groene waterstof is nu volgens Remeysen onbetaalbaar.

“Ik denk dat dit soort kritiek inderdaad deels terecht is”, zegt Wopke Hoekstra. “We moeten als Europese Commissie de regels voor de industrie versimpelen. We mogen onze klimaatdoelstellingen niet verslappen, maar moeten wel pragmatischer worden in de manier waarop we die willen bereiken. Daar gaan we aan werken.”

Wopke Hoekstra en minister Tinne Van der Straeten krijgen uitleg over het waterstofproject van Air Liquide. Foto: Joris Herregods