Voor de tiende keer gaan Het Belang van Limburg en Made In Limburg op zoek naar de ondernemer van het jaar. Bovenop de excellentie op verschillende bedrijfsvlakken wordt ook gezocht naar welke onderneming het meest bijdraagt aan het welzijn en de welvaart in deze provincie. De eerste finalist: FFP uit Lommel. Een profielschets:
Niets doet vermoeden dat het bedrijf, dat vandaag 50.000 ton kaas verscheept naar 65 landen over de hele wereld, in 2003 het levenslicht zag in de keuken van Axel Van de Poel. De ondernemer bekleedde verschillende Europese functies bij zuivelbedrijven zoals Milcobel en Glanbia Cheese, maar tijdens bezoeken aan kaasverwerkende bedrijven dacht hij soms: “Dat kan ik ook.”
Van de Poel kocht zich een machine om kaas te raspen en de trein was vertrokken. “Ik deed alles zelf”, zegt hij zoveel jaren later. “De kaas raspen, in porties verdelen en verpakken, en vervolgens aan de man brengen bij restaurants en pizzabakkers in de buurt. Maar uiteindelijk moest ik kiezen: ofwel mijn job bij Glanbia Cheese ofwel voluit gaan voor het zelfstandig ondernemerschap. Ik koos het laatste en tot op de dag van vandaag is mijn vroegere werkgever ook één van mijn grootste leveranciers.” Het bleek de juiste beslissing.
Onbekend
Bij het grote publiek is FFP vrijwel onbekend. Toch is de kans groot dat als je af en toe een pizza, een lasagne of croque eet, een plakje kaas tussen de boterham legt of een hamburger eet in een fastfood-restaurant, ook een stukje kaas hebt binnengewerkt dat geleverd werd door FFP.
De ruim 50.000 ton kaas die elk jaar de fabriekspoort buiten rijdt, wordt geleverd aan iedereen die iets met kaas te maken heeft: grootwarenhuizen, toeleveranciers aan de horeca, producenten van kant-en-klare maaltijden, producenten van bereide en diepgevroren pizza’s en de grote pizzaketens. Zo verpakt FFP Beemster-kaas en is het leverancier van de pizzaketen Domino’s.
Elk jaar worden er 2.400 vrachtwagenladingen met alle mogelijke soorten kaas gelost in Lommel, van mozzarella en gouda tot cheddar en zelfs vegan kaasalternatieven. Daar worden ze bewerkt op ultramoderne productielijnen. De kaas wordt geraspt, versneden in plakjes, verpoederd, in porties verdeeld en verpakt. Het afgewerkte product wordt opnieuw met de vrachtwagen de fabriek uitgereden en vervolgens via tal van transportmiddelen naar de klanten gebracht.
De kaas wordt geëxporteerd naar 65 landen op alle continenten, van Canada tot Australië en Nieuw-Zeeland en alles daartussen. “Je houdt het niet voor mogelijk, maar onze producten worden zelfs gebruikt in Papoea-Nieuw-Guinea”, aldus Van de Poel.
Naar Limburg
FFP groeide met zevenmijlslaarzen. De keuken van Axel Van de Poel was al snel te klein voor het van oorsprong Antwerpse bedrijf en na verschillende omzwervingen in de regio richtte Van de Poel zich op de provincie Limburg. “Terwijl we in de provincie Antwerpen stootten op grondprijzen van 210 euro per vierkante meter, vonden we in Lommel een mooi perceel industriegrond voor 26 euro per vierkante meter. We hebben dan ook veel aan de provincie Limburg te danken. Anders hadden we nooit gestaan waar we nu staan.”
Dat FFP nooit actief de belangstelling heeft opgezocht, heeft ook nadelen beseft Axel Van de Poel. “Het zoeken naar personeel is en blijft een probleem. Vaak komen hier mensen solliciteren die nog nooit van ons gehoord hebben. Een beetje meer bekendheid zou ongetwijfeld helpen.” Vandaag werken er bij FFP 200 mensen.
Forse groei
Sinds FFP zich in Limburg kwam vestigen heeft het bedrijf een forse groei gekend. In 2015 werd in Lommel 18.600 ton kaas verwerkt, tien jaar later is dat drie keer zoveel. Dit jaar rondt FFP de kaap van 50.000 ton. In dezelfde periode steeg de omzet met een vijfvoud, van 56,7 miljoen euro in 2015 tot 246,7 miljoen euro dit jaar.
Het vinden van werknemers is niet het enige knelpunt. De dreigende handelsconflicten zijn voor een bedrijf dat erg op de export is gericht nooit een goede zaak. “Bovendien heeft het Europese landbouwbeleid met steeds strengere eisen op het vlak van milieu en klimaat, zoals stikstof, het voor de boeren niet gemakkelijk gemaakt”, vindt Van de Poel. “Dat leidt tot een afbouw van de veestapel en een daling van de melkproductie. En minder melk, dat betekent duurdere kaas.”