De SAF die DHL Express aankoopt, wordt geleverd via de NAVO-pijpleiding waaruit alle vliegtuigen op Brussels Airport kerosine krijgen. Net als bij elektriciteit hangt er geen etiket aan de duurzame variant, maar worden de bijna 200.000 vaten geleverd in een mix met gewone kerosine. Door fossiele kerosine en SAF te mixen, hoeven vliegtuigen technisch ook niet aangepast te worden. Bij het verbranden van SAF komt trouwens even veel CO2 vrij als bij gewone kerosine, maar die uitstoot wordt bij SAF deels gecompenseerd door CO2 die wordt uitgespaard in het productieproces, door de recyclage van bijvoorbeeld frituurolie en dierlijke vetten.
“Net als elke andere sector, moet ook de luchtvaart zo snel mogelijk koolstofarmer worden. Grote vliegtuigen op batterijen zijn vandaag niet haalbaar, ze zouden het vliegtuig te zwaar maken. Ook waterstof is nog niet geschikt voor straalmotoren”, vertelt Kirsten Carlier, CEO van DHL Express op Brussels Airport. “Oplossingen die op doorbreken staan voor andere transportmiddelen, zijn vandaag niet geschikt voor de luchtvaart. SAF is als brandstof zeker niet perfect, maar een daling tot 80 procent van de CO2-uitstoot is absoluut een grote stap in de goede richting. Dat er nog een lange weg te gaan is om het luchtruim koolstofvrij te maken, mag ons niet tegenhouden om ook vandaag te investeren en de inspanningen te leveren waarmee we de CO2-uitstoot meteen kunnen verminderen.”
Hoge kosten
Waar vernieuwingen doorgaans ingang vinden via passagiersluchtvaart – zo maken constructeurs altijd eerst de passagiersversie van hun nieuwste toestellen – is dat voor duurzame brandstof net andersom. De cargo-sector is de drijvende kracht, er is ook bij bedrijfsklanten een grotere bereidheid tot betalen voor duurzamere oplossingen.
“De kostprijs van SAF is gemiddeld drie keer die van gewone kerosine. Weinig passagiers zijn bereid om dat prijsverschil vrijwillig te betalen. Dat ligt anders voor wat wij doen. Onze klanten van tijdkritische wereldwijde zendingen streven vaak ook zelf strenge duurzaamheidsdoelen en -eisen na. Zij zien in DHL Express een partner om hun productieprocessen te verduurzamen”, aldus Carlier. “Het is voor hen belangrijk dat hun dringende zendingen tegelijk tijdig en zo duurzaam mogelijk op hun bestemming geraken. We zijn dan ook heel blij dat we hen die service kunnen bieden via ons GoGreen Plus programma, waarbij bedrijven via een soort garantie van oorsprong hun indirecte emissies kunnen reduceren.”
DHL Express stuurt vanop haar hub in Zaventem, na Leipzig de grootste in Europa, in minder dan 24u onder meer kort houdbare medicijnen, dringende vervangstukken voor machines en Belgische biotech-producten de wereld rond. De dienstverlening van DHL Express is voor veel bedrijven hun toegang tot de rest van de wereld. 60 procent van de zendingen die DHL op en rond de luchthaven verwerkt en verzendt, zijn exportproducten van bedrijven uit Vlaanderen, Wallonië en de buurlanden.
Zoektocht naar meer SAF
Het gebruik van SAF schiet wereldwijd uit de startblokken. Waar in 2016 wereldwijd slechts 500 vluchten met een SAF-mix gebeurden, waren dat er in 2023 al bijna 500.000. Op één jaar tijd is de SAF-productie verdubbeld, van 300 miljoen liter in 2022 naar 600 miljoen liter in 2023. DHL heeft wereldwijd van alle luchtvaartmaatschappijen het grootste aandeel SAF in haar kerosinemix, maar het moet ook continu op zoek naar extra aanbod in een erg krappe markt.
De SAF die DHL Express aankoopt om te tanken op Brussels Airport voldoet trouwens aan de ISSC Plus-normen, een vrijwillig certificatielabel, omdat de brandstof voldoet aan strenge duurzaamheidscriteria. Maar net als SAF zelf, staan ook de labels en certificaten nog in hun kinderschoenen. Zowel de technologie als de brandstof moet en zal de komende jaren evolueren. Voor DHL Express is het belangrijk dat labels de duurzaamheid garanderen en controleren dat onze SAF niet concurreert met bijvoorbeeld voedselproductie, maar enkel gewonnen is uit recyclagestromen. DHL engageert zich ook, onder meer via de coalitie Airports of Tomorrow, geleid door het World Economic Forum, om haar schouders te zetten onder pilootprojecten en onderzoek.