envalior Foto: Patrick De Roo

Onrust bij chemiebedrijf Envalior in Antwerpse haven

Het chemiebedrijf Envalior in Lillo, dat zeshonderd mensen tewerkstelt en vroeger bekend was onder de naam Lanxess, gaat negentien jobs schrappen en een grondige reorganisatie doorvoeren. De vakbonden reageren furieus. “Sommige werknemers hebben een nekschot gekregen, van anderen wordt verwacht dat ze keuzes maken met de strop rond de nek”, klinkt het. De directie benadrukt dat deze reorganisatie nodig is door de crisis in de chemie.

Het Duitse bedrijf Envalior heeft twee vestigingen in de Antwerpse haven. De vestiging in Kallo, waar onder meer glasvezel en rubberchemicaliën worden gemaakt, is niet betrokken bij de reorganisatie. Het gaat hier alleen over Envalior in Lillo, waar caprolactam wordt gemaakt, dat in auto-onderdelen terechtkomt, bijvoorbeeld in de motor of in de klink.

“De directieleden willen de organisatie in Lillo drastisch wijzigen, met één doel: besparen op de kap van het werkvolk, zodat de champagne van de trappen van hun ivoren toren kan blijven stromen, recht in de mond van de aandeelhouders”, zegt Dries Terneven, vakbondsafgevaardigde van de socialistische vakbond ABVV. Het pamflet waarin de vakbonden hun ongenoegen uiten, is ook getekend door de christelijke vakbond ACV.

“Werknemers van enkele afdelingen zullen opnieuw moeten solliciteren voor hun job, omdat de directie een heel nieuw organigram heeft uitgetekend. Dat is een slag in het gezicht”

Dries Terneven – Vakbondsafgevaardigde ABVV

“Er verdwijnen tegen eind volgend jaar netto negentien jobs, maar in werkelijkheid zijn het er meer, omdat er ook enkele jobs bijkomen voor bijvoorbeeld kaderleden”, zegt Terneven. “De mensen die blijven, moeten veel flexibeler worden. Wie in de productie werkt, zal bijvoorbeeld extra taken krijgen. Dat betekent concreet dat veel mensen in de productie taken moeten doen waar normaal gezien een jarenlange opleiding voor nodig is. Dat is niet werkbaar. En werknemers van enkele afdelingen, zoals de technische diensten of de dienst procesautomatisering, zullen opnieuw moeten solliciteren voor hun job, omdat de directie een heel nieuw organigram heeft uitgetekend. Dat is een slag in het gezicht. We hebben jarenlang ons best gedaan om de installaties, onze taken en rollen te leren kennen. Wij verdienen respect voor onze inspanningen.”

Komt er een staking? “Daar is het nu nog te vroeg voor”, zegt Dries Terneven. “Maar wij uiten wel ons ongenoegen en zullen zien hoe de directie daarop reageert.”

Geen naakte ontslagen

Envalior bevestigt dat het tegen eind 2025 negentien functies in Lillo wil laten verdwijnen. “Maar we zullen alles in het werk stellen om naakte ontslagen te vermijden”, zegt Caroline Helsmoortel, woordvoerster van Envalior in België. “We voeren deze herstructurering door omdat de chemiesector én de automobielsector, waaraan we onze producten leveren, het in Europa heel moeilijk hebben. We moeten dus efficiënter gaan werken, en dat kan met de nieuwe structuur die we willen invoeren. Maar voor zo’n 80 procent van de werknemers zal het takenpakket amper of niet veranderen. Soms zullen mensen bijkomende taken moeten doen, maar daar zullen ze de gepaste opleiding voor krijgen.”

“We zullen alles in het werk stellen om naakte ontslagen te vermijden. We voeren deze herstructurering door omdat de chemiesector én de automobielsector, waaraan we onze producten leveren, het in Europa heel moeilijk hebben. We moeten dus efficiënter gaan werken”

Caroline Helsmoortel – Woordvoerster Envalior België

Envalior ontkent dat werknemers zullen moeten solliciteren voor hun eigen job. “Het kan wel zijn dat er bijvoorbeeld nog drie functies overblijven voor vijf werknemers van een afdeling, maar dat wil niet zeggen dat die twee overblijvende mensen dan worden ontslagen. We bekijken dan waar ze elders in het bedrijf kunnen worden ingezet”, zegt Helsmoortel.

Hoe reageert Envalior op het verwijt van de vakbonden dat het bedrijf deze organisatie alleen doorvoert om de aandeelhouders te bedienen? “Dat klopt niet”, zegt Caroline Helsmoortel. “We willen met deze tijdige aanpak juist vermijden dat we over enkele jaren meer ingrijpende maatregelen moeten nemen.”