De geschiedenis van Lano Sports vindt zijn wortels in de Lano Group, opgericht in 1929 als een textiel- en tapijtfabrikant. Net na de Tweede Wereldoorlog begon het bedrijf met de productie van vloerbedekking en al snel verlegde het zijn grenzen naar andere toepassingen.
“Het idee om kunstgras te produceren kwam begin jaren ‘80, tijdens een reis van toenmalig CEO Pierre Lano naar Houston, Texas,” vertelt Toye. “Daar zag hij voor het eerst een sportveld met kunstgras. Geïnspireerd door de mogelijkheden en het feit dat het productieproces gelijkenissen vertoonde met dat van tapijt, besloot hij om die technologie naar Europa te brengen. Een van de eerste velden die we aanlegden, was het trainingsveld van RSC Anderlecht. Het was een standaardproduct in die tijd, maar de technologie deed kunstgras enorm evolueren. Dat was het begin van ons kunstgrasverhaal en sindsdien hebben we de lat steeds hoger gelegd.”
Vier decennia top
Als marktleider in de sportsector realiseerde Lano Sports de voorbije decennia enkele indrukwekkende projecten. “Het is moeilijk om er één uit te kiezen,” zegt Toye. “We legden wereldwijd velden aan bij topclubs zoals Manchester United, maar enkele van de meest prestigieuze zijn het kunstgras rond het veld in het stadion van FC Porto en het grootste hockeystadion ter wereld in Lahore, Pakistan. In tennis en padel kunnen we onder andere de David Lloyd Group tot onze klanten rekenen samen met honderden andere clubs.”
Daarnaast speelde het bedrijf een prominente rol in de ontwikkeling van normen en regelgeving voor kunstgras. Als officiële FIFA- licensee en partner van verschillende sportfederaties zoals de internationale tennis federatie (ITF) en de internationale hockeybond (FIH) was Lano Sports nauw betrokken bij de standaardisering van kunstgrassystemen voor sportvelden. “Of het nu gaat om trainingsvelden voor Manchester United of high-performance hockeyvelden in India en België, ons doel is altijd kwaliteit en innovatie te combineren met duurzaamheid”, aldus nog Thibaut Toye.
Innovatie en duurzaamheid hand in hand
Lano Sports staat ook bekend om zijn innovatieve benadering. Een van de meest recente en revolutionaire ontwikkelingen is de S-Tec Orbion II, een kunstgrasmat die voldoet aan de nieuwe ‘dry non-irrigated’ normen van de FIH. Dat systeem – voor het eerst geïnstalleerd bij HC Indiana in België – is ontworpen om hockey te spelen zonder grote hoeveelheden water, een belangrijke stap richting duurzame sportvelden. “De uitdaging was een mat te ontwikkelen die de snelheid en spelkwaliteit van een waterveld behoudt, maar zonder enig waterverbruik,” legt Toye uit. “Met onze technologie werd al tot drie keer minder water gebruikt zonder concessies te doen op de spelbeleving. En nu is het zelfs helemaal niet meer nodig om het veld te besproeien.”
Maar dat is slechts een van de vele innovaties die Lano Sports op zijn naam heeft staan. Er wordt ook werk gemaakt van alternatieven voor rubberkorrels, zoals kurk en hout, maar ook van kunstgrassystemen zonder schokabsorberende korrels. “We onderzoeken ook hoe we onze producten een tweede leven kunnen geven, zoals met onze Ensō-backing die gemaakt is van één groep polymeren en daardoor optimaal recyclebaar”, aldus Toye. “Technologische vooruitgang en duurzaamheid blijven de kern van het bedrijf.”
Evolutie, geen revolutie
Ook na 40 jaar is Lano Sports vastberaden om een voortrekker te blijven. Het bedrijf blijft nauw samenwerken met sportorganisaties, spelers en wetenschappers om sportvelden te ontwikkelen die voldoen aan de eisen van vandaag en klaar zijn voor de uitdagingen van morgen.
De ambities voor de toekomst zijn groot. “We willen verder internationaliseren en nieuwe markten aanboren, zoals Afrika en het Midden-Oosten,” zegt Toye. “Daarnaast willen we in de hockeywereld een nog grotere speler worden met onze droogmattechnologie. We kiezen daarbij bewust voor evolutie, niet revolutie. We willen spelers de beste ervaring bieden zonder dat het spel ingrijpend verandert. Onze missie is duidelijk: aan de top van de kunstgrasindustrie blijven en systemen ontwikkelen die niet enkel de sport verbeteren, maar ook bijdragen aan een duurzamere toekomst.”
foto: Joe Lano (archief)
