De Rubens werd in 1912 gebouwd door de brouwerbroers Dhanens en verwijst naar het belang van het stationskwartier in het Eeklo van de Belle Epoque. De Art Nouveau-gevel is net als het interieur authentiek bewaard. “Het is al die jaren ook een café gebleven en de naam is nooit veranderd”, weet Nadine Dewilde. “Ik heb mij laten vertellen dat het heel vroeger een café van de burgerij was. Dat zie je ook aan de oude foto’s, waar mannen mooi uitgedost op het terras zaten.”
Een nieuwe mazoutstoof
Nadine (62) nam Café Rubens in 1995 over. “Ik stond in het onderwijs, maar ik was het beu. Ik kreeg geen vaste benoeming, en horeca had ik altijd graag gedaan, in mijn studententijd aan de kust en later in Den Osschaert in Adegem. Toen de Rubens vrijkwam, ben ik gaan kijken en ik was meteen verkocht. Het was mijn dada. Nog een echt café, mooi bruin gebleven. Ik heb alleen maar een nieuwe mazoutstoof gekocht, want van al de rest moest ik blijven omdat het erfgoed was. Ik ging een paar jaar café houden en ondertussen bepalen wat ik met de rest van mijn leven zou doen, maar als ik het op 1 juli overlaat zal ik hier 30 jaar gestaan hebben. Ik doe het nog altijd graag, maar ik wil hier ook eens als klant kunnen zitten.”
Bruisende stationsbuurt
De jaren ’90 waren gouden tijden voor de horeca en de bruisende stationsbuurt, zegt Nadine. “Toen ik begon waren er 15 horecazaken aan het station, en elk café draaide goed. Het uitgaansleven boomde. Hier kon je dag en nacht uitgaan, eten, drinken en zelfs blijven slapen in De Rembrandt. Al hoefde dat niet per se, want als de rest dicht ging deed The Lords open. En de die hards die na The Lords nog niet naar huis wilden, konden ’s morgens dan terug bij mij terecht.”
Klanten zijn in paniek
Wat de Rubens een overnemer te bieden heeft? “Je krijgt het mooiste café van Eeklo. ’s Morgens hebben we een gepensioneerd publiek, maar de laatste jaren brengt een generatie dertigers nieuwe schwung. Ik zoek een lief iemand, die de sfeer wil behouden. En je moet graag met mensen omgaan. Je wil niet weten van hoeveel mensen ik een telefoonnummer heb. Als er een klant wegblijft, informeer ik eens of er iets scheelt en vraag ik of er iemand langs kan gaan. Ik hoop dat er een overnemer gevonden wordt, want het zou mij veel hartzeer bezorgen mocht de Rubens dicht gaan voor altijd en mijn goede trouwe klanten die hier al dertig jaar komen achterblijven. De mensen zijn in paniek. Hopelijk is dat nergens voor nodig, en biedt er zich iemand aan.”