Marie-Claire Boël trouwde in 1954 met Stanislas Emsens, die zelf in 2018 op 91-jarige leeftijd overleden is. De familie resideerde op een groot landgoed, gelegen net op de grens met Mol en Lommel. Terwijl haar man zijn witzandbedrijf Sibelco uitbouwde tot een wereldspeler en van de familie Emsens een van de rijkste in België maakte, bestond het grootste plezier van Marie-Claire erin te werken in haar moestuin. “Stanislas had geen tijd voor het onderhouden van zijn domein. Daar had hij boswachters voor”, vertelt Alex Lefèvre. “Maar zijn vrouw trof je dagelijks aan in haar moestuin en bloementuin. Ook de maaltijden die thuis werden geserveerd, waren altijd bereid met groenten uit haar tuin. De gasten kregen geen oesters en kreeft. Nee, ze was fier als ze haar eigen patatjes en worteltjes uit de hof kon serveren met een stukje reebok of fazant.”
Moederkloek
Het echtpaar kreeg vier kinderen. “Marie-Claire hield de familie bij elkaar”, vertelt Alex Lefèvre. “Ze was een moederkloek en zorgde thuis voor gebondenheid en geborgenheid. Ze wilde dat er een goede verstandhouding was tussen haar kinderen. In dergelijke rijke families is dat niet zo evident. Waar veel geld circuleert, kunnen de spanningen ook navenant zijn. Of ze zich inliet met het bedrijf, weet ik niet. Maar ze zal haar man wel met raad en daad hebben bijgestaan. Ze was een heel kordate vrouw en wist perfect waarmee ze bezig was. Het was echt wel een ‘madame’. Ik denk wel dat ze thuis de broek droeg.”
Rijk getrouwd
Dat de familie Emsens tot de rijkste onderdanen behoren in België -het vermogen van de groep Sibelco wordt geschat op ruim 1,1 miljard- heeft het niet alleen te danken aan de ontginning van witzand uit de Kempense bodem, ook wel ‘witgoud’ genoemd. Ook het huwelijk van Stanislas Emsens met Marie-Claire Boël legde de clan-Emsens geen windeieren. Marie-Claire was een telg van een eeuwenoud adellijk geslacht van industriëlen, dat teruggaat naar Gustave Boël die in 1880 de staalfabriek ‘Usines Gustave Boël’ stichtte. “Het is eigen aan dergelijke families dat hun rijkdom en economische macht niet alleen verworven worden door hard werken”, weet Lefèvre. “Ook ‘juist trouwen’ is niet onbelangrijk. Dat is niet eigen aan de familie Emsens maar eigen aan dit ‘volk uit hogere klasse’.”
Lees ook: PORTRET. De familie Emsens: miljardair, discreet en eigenaar van de ‘onderneming van het jaar’
Nonkel Stanny
Toch is het vooral Marie-Claires broer Jacques Boël die het, weliswaar flink tegen zijn zin, schopte tot bekendste Boël. Broer Jacques, die twee jaar geleden op 92-jarige leeftijd overleed, stond namelijk lang geboekstaafd als de wettelijke vader van Delphine Boël, tot Delphine in 2020 erkend werd door haar biologische vader koning Albert II. “Albert is bij mijn weten tweemaal bij de Emsens in Stevensvennen op bezoek geweest”, weet Alex Lefèvre. “Delphine moest bij wijze van spreken ‘nonkel Stanny’ zeggen. Maar Marie-Claire of de familie Emsens zal je niet in roddelblaadjes of op sociale media tegenkomen. De familie draagt discretie hoog in het vaandel. Media-aandacht hoeft niet en heeft ze ook niet nodig.”
Klak af
‘Mijnheer Stanny en madame Emsens’ zo werd het koppel in ‘hun’ Mol-Rauw en Stevensvennen door de plaatselijke bewoners steevast aangesproken. Veel van hen werkten in het witzandbedrijf en deden hun klak af voor ‘mijnheer Stanny’. Anderen deden dienst op het landgoed of jachtkasteel en kwamen in contact met ‘madame Emsens’. “Je werd wel gewaar dat ze van een wat hogere stand was”, zo vertelt Simonne die jarenlang bij de Emsens werkte als schoonmaakster, “Maar als je ‘madame’ tegenkwam in huis maakte ze altijd wel een praatje. Ze informeerde steeds naar hoe het met mijn vader was. Hij had gewerkt bij Sibelco en was ziek. Alle twee zijn ook komen groeten toen hij gestorven is.”
Lees ook: Sibelco gaat “functies herbekijken” op Antwerps hoofdkantoor
Christel uit Rauw werd dan weer steevast door Marie-Claire in dienst genomen als er na een jachtpartij een diner werd geserveerd in het kasteel. “Er zat dan bekend volk aan de tafel”, zegt Christel. “Ook veel leden van koninklijke families. De gasten kregen dan geen wild te eten, maar altijd rosbief.”
Prijsbewust
Ondanks haar adellijke titel van barones voelde Marie-Claire Boël zich niet te goed om haar boodschappen te doen bij de plaatselijke neringdoeners, slager, kruidenier en bloemist. “Als ze winkelde, viel ze niet op met extravagante kledij”, zegt Alex Lefèvre. “Ze was wel altijd eenvoudig en stijlvol gekleed. Het koppel leefde ook zeer prijsbewust. Ze reden met hun wagen tot de wielen er bij wijze van spreken afrolden. Voor hun deur stonden geen Ferrari’s.”
Lees ook: Zilvermeer definitief gered, Sibelco laat witzandwinning in recreatiedomein los
“Ook was ze met haar man vaak aanwezig op evenementen in het dorp, zoals de nieuwjaarsconcerten van de Rauwse harmonie”, zegt Lefèvre. “En als een van de werknemers financiële problemen had of thuis met een ziek kind zat, kon je bij haar en haar man terecht. Maar dat werd niet aan de grote klok gehangen.”
Sobere plechtigheid
Marie-Claire Boël stierf omringd door haar dierbaren en werd dinsdag begraven en bijgezet in de familiegrafkelder in Stevensvennen. “Heel de ‘beau monde’ van België was aanwezig op haar begrafenis”, zegt Lefèvre. “Maar het was een heel sobere plechtigheid die plaatsvond in ons eigen kerkje in Mol-Rauw en werd voorgegaan door onze pastoor.”
“Marie-Claire Boël woonde nog steeds op het landgoed”, zegt Alex Lefèvre nog. “Dat staat nu leeg. De kinderen verblijven veelal in Brussel, maar beschouwen het als hun buitenverblijf. Het zal zeker in de familie blijven.”