Marisol Mechelen Paul en de andere Spanjaarden vieren op 12 oktober de Día de la Hispanidad. Foto: Dirk Vertommen

Paul (59) houdt piepklein winkeltje met Spaanse specialiteiten open in Mechelen

In Spanje en in de andere Spaanssprekende landen wordt op 12 oktober Día de la Hispanidad gevierd, een dag waarop de inwoners hun Spaanse identiteit vol trots in de verf zetten. In Mechelen is Paul Motos zo’n trotse Spanjaard. Hij houdt er een piepklein winkeltje open, waar alles draait om Spaanse producten, met zijn gekende olijven in de hoofdrol.

De zaak in de Borzestraat is al 55 jaar present in de Dijlestad. De winkelruimte is amper twaalf vierkante meter groot: als de nieuwe leveringen binnenkomen, is het een zaak om doordacht Tetris te spelen om alles op zijn plaats te krijgen. Ook de klanten zijn het al gewoon dat ze soms even buiten moeten wachten als er al enkele andere mensen binnen staan. Het is duidelijk: zoals het winkeltje van Paul zijn er niet veel meer.

De klanten hebben het meestal niet over ‘Marisol’, maar over ‘het Spaans winkeltje’. “Marisol is de voornaam van de dochter van de eerste Spaanse eigenaars, die de zaak in 1969 hebben geopend. De vrouw is vrij jong gestorven, maar we hebben de naam altijd behouden”, zegt Paul Motos (59).

Na negen jaar hebben Pauls ouders de zaak overgenomen. “Mijn vader Nico is een Madrileen en mijn moeder Monique is een Mechelse. Zo zijn ze hier terechtgekomen. Ik heb zelf nog drie jaar in Alicante gewoond, daarna zijn we naar hier verhuisd. Ik ben dus een echte Spanjaard, ik heb geen dubbele nationaliteit. Zelf ben ik ook met een Belgische getrouwd”, vertelt Paul.

De zaak overnemen van zijn ouders deed hij in 2003, nu al 21 jaar geleden. “Ik deed met mijn vader in lederwaren en we hadden verschillende winkels. Maar ik vond deze Spaanse voedingswinkel leuker en dus heb ik beslist dat ik die zou verderzetten. Ik heb er nog geen spijt van gehad.”

Hij verkoopt een breed aanbod met Spaanse en mediterrane producten. Denk aan producten zoals vijgen en dadels, noten, olijfolie, chorizo, ansjovis en manchegokaas. “Olijven zijn mijn populairste artikel. De Belgen hebben die smaak de laatste decennia altijd maar meer en meer leren appreciëren, misschien door ze op vakantie te proeven. De verkoop is dus enorm toegenomen, ik verkoop nu ongeveer 15.000 kilogram per jaar. Alles komt van één bepaalde leverancier, die ik elk jaar één of twee keer ga bezoeken.”

“Het verschil met olijven die je hier bij ons in de supermarkt koopt, is het langzame, lange rijpingsproces dat ze doorlopen. Dat duurt 12 tot 18 maanden na de oogst en geeft enorm veel smaak aan de olijven. Bij goedkopere olijven is het vooral van belang dat ze snel eetbaar zijn en verkocht kunnen worden. Dat verschil proef je.”

Kruiden en look

Paul verkoopt verschillende varianten. “Ik heb een achttal varianten die ik los in zakjes schep en ongeveer evenveel soorten in blik, ook van dezelfde producent. Sommige soorten leg ik zelf op met een olie met kruiden en look”, vertelt hij.

Het belangrijkste zichtbare verschil is dat er olijven met en zonder pit in de koeling liggen. “Die zonder pit verkoop ik het meeste, ook al begrijpt mijn leverancier daar niets van. Die mét pit, dat zijn eigenlijk de beste. Door de pit te verwijderen en de olijven nadien te spoelen, gaat een deel van de smaak verloren. Vergelijk het gerust met vlees: dat is ook lekkerder als het nog aan het been hangt.”

“Of ik zelf een groot liefhebber ben? Zeker. Er gaat geen dag voorbij of ik eet er minstens een paar, soms zelfs al om negen uur ’s morgens. Ik sta hier aan de bron en daar profiteer ik natuurlijk van”, lacht hij.

Cocido

Nog bijzonder in zijn aanbod is de guindilla, een soort opgelegde pikante peper. Verder ook serranoham, wijnen, sherry, paellarijst, gerookt paprikapoeder, Spaanse chips, Spaans bier, visconserven, gazpacho, enzovoort. “We verkopen ook horchata. Dat is een melkachtige aardnotendrank met een specifieke smaak die in heel Spanje populair is. Je drinkt hem best zo koud dat er ijsschilfers in ontstaan. Ook speciaal zijn de mantecados. Dat zijn heel breekbare amandelkoekjes die in Spanje tijdens de feestdagen worden gegeten. We hebben ook blikken met typische gerechten zoals cocido, een stoofpotje met kikkererwten.”

Op 12 oktober gaat Paul niet speciaal de Día de la Hispanidad groots vieren. “Maar ik ben wel een heel fiere Spanjaard die enorm van zijn land houdt. Door hier lekkere Spaanse dingen te verkopen, probeer ik die trots over te brengen aan de Mechelaars”, zegt Paul.

De toekomst van het Spaans winkeltje ziet er trouwens goed uit. “Ik zou binnen een dikke drie jaar met pensioen willen gaan. Maar dat wil niet zeggen dat het winkeltje dan zal verdwijnen. Mijn vijftien jaar jongere broer heeft interesse om het dan over te nemen. De vaste klanten kunnen dus op beide oren slapen. We gaan nog lang niet stoppen”, lacht Paul.