Op vraag van de werkgeversorganisatie is Ayming nagegaan in welke mate de totale belastingdruk in de negentien Brusselse gemeenten overeenkomt met die van 22 gemeenten in Vlaams- en Waals-Brabant. Als referentiepunt koos het consultancybureau voor een gemiddeld kantoorgebouw met een niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van 100.000 euro. Daarop werden dan de verschillen in belastingen berekend – van de onroerende voorheffing en de gewestbelasting tot de provinciebelasting op vestiging, de gemeentebelasting op vestiging en de gemeentebelastingen op parkeerplaatsen. Uit de analyse blijkt dat “vooral Brusselse gemeenten hun fiscale autonomie het ruimst invullen en bedrijven meermaals langs de kassa sturen”, duidt Voka Metropolitan.
Zaventem fiscaal meest aantrekkelijk
De Brusselse belastingen op de vestiging van een bedrijf liggen beduidend hoger dan in Vlaamse gemeenten. Zo blijkt dat de gemeente Zaventem fiscaal het aantrekkelijkst is voor bedrijven, terwijl Ganshoren en Schaarbeek de duurste gemeenten zijn voor vestiging (64.000 euro vastgoedbelastingen per jaar in Zaventem, 323.000 in de gemeente Ganshoren en 280.000 euro in Schaarbeek). Ook tussen Machelen-Diegem en stad Brussel heersen er grote verschillen tussen de gemeentelijke belastingstarieven voor bedrijven.
Ook tussen Brusselse gemeentes onderling zijn er grote verschillen. In de gemeente Koekelberg betalen bedrijven bijvoorbeeld 143.000 euro aan jaarlijkse vastgoedbelasting, tegenover 270.000 in Evere en 280.000 in Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node. Volgens Konings moeten de Brusselse gemeenten dringend werk maken van een fiscale vrede voor bedrijven. Het gewest moet daarvoor geharmoniseerde tarieven uitvaardigen op regionaal niveau, daaropvolgend kunnen dan ook de verschillen tussen Brusselse en Vlaamse gemeenten weggewerkt worden.
