We kunnen er niet naast kijken. Het regent faillissementen en de winter met overstromingen is nog in aantocht. Het komt er voor iedere KMO op aan de faillissementsdomino te ontsnappen want de leverancier betaalt steevast het gelag.
In de eerste 250 dagen van 2024 gingen maar liefst 7400 bedrijven overkop in België. Dat is omgerekend 30 per dag of meer dan één per uur. Daardoor gingen elke dag bijna 100 banen verloren. Gigantisch.
Perceptie van fraude
Achter die naakte cijfers schuilen vaak menselijke drama’s. En de afgunstmaatschappij maakt het meestal nog erger. In een enquête bij de bevolking werd gepeild naar de perceptie van faillissementen. De publieke opinie schat dat 35% van de faillissementen fraudegevallen zijn. Met andere woorden, de ondernemer ensceneert een faillissement maar zorgt er wel voor dat hij of zij zelf de schaapjes op het droge heeft. Dit cijfer toont aan dat de bevolking, ondanks de retoriek, ondernemerschap niet echt een warm hart toedraagt. Vooral als men vergelijkt met de werkelijke cijfers waarbij ‘slechts’ 4% van de faillissementen frauduleus zijn.
Diezelfde afgunstmaatschappij zien wij ook naar ondernemers die slagen. Wanneer een ondernemer zich op korte termijn een dure wagen kan permitteren, vindt de goegemeente dit louche. En als diezelfde ondernemer de boeken moet neerleggen, ziet diezelfde goegemeente dat als een bewijs van hun grote gelijk.
Oorzaken van een faillissement
Fraude is dus niet de hoofdoorzaak van falingen. Diverse andere factoren verklaren de faillissementengolf. Ten eerste het einde van het moratorium. Om bedrijven te beschermen post COVID-19 werd tot 31 januari 2021 een wettelijk moratorium ingesteld. Als schuldeiser kon je geen beslag laten leggen op de roerende goederen van je schuldenaar. Deze maatregel werd ingevoerd om een domino-effect te vermijden dat een onderneming door beslaglegging niet meer kon produceren. Dat is nu voorbij. En ook de speciale subsidiesteun werd beëindigd.
Maar belangrijker nog is dat de macro-economische factoren ongunstig zijn. De energieprijzen swingden de pan uit. Ze daalden gemiddeld weliswaar in 2023 met 28% nadat ze in 2022 stegen met 58%. Loonkosten stegen met 9% in 2023 en intresten piekten. De economische groei daarentegen blijft op een laag pitje met slechts 1,4% in 2023. Dat betekent dat wie sneller wil groeien dan 1,4% klanten moet afsnoepen van de concurrentie.
“Late betalingen zijn verantwoordelijk voor één op de vier faillissementen in Europa.”
Rudy Aernoudt
Late betalingen
Maar de hoofdoorzaak van falingen zijn late betalingen. Door alle bovengenoemde factoren hebben heel wat bedrijven het immers moeilijk om hun facturen tijdig te betalen. Dat leidt tot een dominogevaar. Als de klanten van een bedrijf te laat of zelfs niet betalen tast dat de liquiditeitspositie van de leveranciers aan, waardoor deze het op hun beurt moeilijk hebben hun facturen tijdig te betalen. De Belgische KMO’s spenderen jaarlijks 69 dagen aan het najagen van niet (op tijd) betaalde facturen. Jammer genoeg, niet altijd succesvol. Gemiddeld verliepen 18 dagen tussen de vervaldatum van de factuur en de feitelijke overeengekomen betalingsduur. Academici spreken hier van de betalingsimmoraliteit.
Voor een bedrijf met pakweg een omzet van 3 miljoen betekent dat 150.000 euro minder op de rekening. Stel dat de gemiddelde bankintrest 5% bedraagt, dan kost dat 7.500 euro per jaar aan bijkomende intrestlasten dan wanneer de klanten tijdig zouden betalen. Erger nog, meer dan 2% van de facturen wordt nooit betaald. Financieel beheer is dan ook uiterst belangrijk en financieel wanbeheer is de grootste oorzaak van een faling. Late betalingen zijn verantwoordelijk voor één op de vier faillissementen in Europa.
Leveranciers steeds de pineut
Het is dan ook logisch dat leveranciers uiterst voorzichtig zijn en waar mogelijk een voorschot of contante betaling vragen. Want wanneer een bedrijf failliet gaat, is het actief meestal ontoereikend om alle schulden te betalen. Door hun waarborgen, bijvoorbeeld hypotheek of pand op de ondernemingsgoederen, staan de banken op de eerste rij samen met de curator. Bij een faillissement met een actief van bijvoorbeeld 150.000 euro strijkt de curator maar eventjes 33.000 euro aan erelonen op. Indien dergelijk faillissement ook gepaard gaat met de verkoop van een onroerend goed, komt daar nog eens 7.500 euro bij. De leveranciers moeten zich vaak on-tevredenstellen met wat kruimels die overschieten. Onaanvaardbaar toch?