Champ d’eoliennes en mer. France 2015/Credit:ANGOT/SIPA/1511101706 Champ d'eoliennes en mer. France 2015/Credit:ANGOT/SIPA/1511101706

Franse Raad van State kan zich verwachten aan West-Vlaamse rechtsgang in dossier van de windmolens voor de kust van Duinkerke

DE PANNE - De plannen om een windmolenpark te bouwen zowat tien kilometer voor de kust van Duinkerke, blijft voor beroering zorgen. Omdat de Fransen op elk oor doof blijven (en dat spijts intens dipoloamtiek overleg sinds 2016) dreigen een aantal West-Vlaamse partijen (de Haven van Oostende, het gemeentebestuur van De Panne) ermee om naar de Franse Raad van State te stappen. Bevoegd minister voor de Noordzee Paul Van Tigchelt laat - begrijpe wie begrijpen kan - weten dat hij nog altijd geloofd in een bemiddelde oplossing.  

Het windmolenpark voor de kust van Duinkerke zou 46 reusachtige windmolens tellen op 10 kilometer van de kustlijn. De site die de Fransen voor ogen hebben ligt midden een belangrijke en historische vaarroute, en dat zint – afgezien van de milieubezwaren en de visuele pollutie – het havenbestuur van Oostende allerminst. Charlotte Verkeyn, voorzitter van het havenbestuur, wil zo snel als mogelijk arbitrage afdwingen. Merkwaardig genoeg vindt minister van Noordzee Van Tigchelt dat ook geen goed voorstel, zo liet hij verstaan. Misschien wil hij wel wachten op Godot?

Bram Degrieck, burgemeester van De Panne, gaat in de media alvast in de aanval nu de Fransen op elk verzoek van onze contreien ‘njet’ blijven zeggen. “De speeltijd is echt wel voorbij”, zo zegt Degrieck kordaat in HLN. “Als de Franse prefect de vergunning toekent, zal die door ons worden aangevochten in de rechtbank. Wij opteren alvast voor deze stap. Samen met de Belgische staat en het havenbestuur van Oostende zullen wij dan een beroepsprocedure starten bij de Franse Raad van State. We kunnen toch niet blijven palaveren.”