Vandaag wordt steeds meer elektriciteit opgewekt door zonnepanelen en windmolens. Maar die hernieuwbare energiebronnen produceren ook stroom als er weinig vraag is, en omgekeerd produceren ze niet altijd als er wel veel vraag is.
Flexibiliteit
“De kloof tussen productie en vraag wordt steeds groter”, legt Engie Belgium-CEO Vincent Verbeke uit. Om die schommelingen tussen vraag en aanbod op het net op te vangen is er nood aan meer flexibiliteit.
Engie zet daarom hoog in op die flexibiliteit. Het is een van de speerpunten van de nieuwe strategie van het bedrijf. Het bedrijf bouwt onder meer een nieuwe gasgestookte centrale in Flémalle van 875 megawatt en heeft met de waterkrachtcentale van Coo al de grootste natuurlijke batterij van het land in portefeuille.
Met de bouw van bijkomende batterijparken wil het grootste energiebedrijf van het land die flexibele capaciteit nog uitbreiden. In Vilvoorde wordt 250 miljoen euro geïnvesteerd in wat een van de grootste batterijparken (200 megawatt) van Europa moet worden. Tegen 2025 zal het park 800 megawattuur aan elektriciteit kunnen opslaan – bijvoorbeeld als zonnepanelen en windmolens veel energie opwekken – en als er veel vraag is naar stroom die tot vier uur lang in het net kunnen injecteren. Daarmee kan het stroomverbruik van bijna 100.000 huishoudens gedekt worden.
Toch geen gascentrale
Engie bouw het batterijpark – waar vrijdag de eerste spadesteek voor de 320 batterijmodules van werd gegeven – op zijn bestaande site in Vilvoorde. Oorspronkelijk was het de bedoeling daar een nieuwe grote gascentrale te bouwen, maar het bedrijf kreeg er geen vergunning voor. Op de site staat wel nog een oudere gasturbine. Gascentrales blijven immers nodig, legt Verbeke uit. “Batterijen kunnen geen weken aan een stuk stroom leveren, als er weinig zon en wind is. Gascentrales wel.”
Daarom dat de site in Vilvoorde, met zijn batterijen én gasturbine, volgens de nieuwe topman van Engie Belgium cruciaal wordt voor de Belgische bevoorradingszekerheid.