Het Belgische CIM Capital, mee opgericht door Marc Van Hool, spande enkele weken geleden een procedure (vordering) in kort geding aan. Onder andere om te vermijden dat de kennis die aanwezig was binnen de trailerdivisie van Van Hool, naar het buitenland zou gaan.
Het Belgische investeringsfonds CIM Capital had ook een bod uitgebracht op de trailerdivisie (industriële voertuigen) van de failliete busbouwer, maar viste achter het net. De curatoren hadden de afdeling toen namelijk al toegewezen aan een dochterbedrijf van het Duitse Schmitz Cargobull, het Zuid-Afrikaanse GRW.
Lees ook: Investeringsmaatschappij van Marc Van Hool start juridische procedure om verkoop Van Hool ongedaan te maken
“De rechtbank volgt ons standpunt”, zegt een van de curatoren van Van Hool. “De partijen die het verzet aantekenden, hebben geen aantoonbaar belang. Dit is goed nieuws voor ons. Men kan uiteraard wel nog beroep aantekenen.”
“Verkoop had reeds plaatsgevonden”
In het vonnis van de rechtbank maandag oordeelt de rechter dat “op het moment van de betekening van de dagvaarding in derdenverzet op 6 mei 2024, de koopovereenkomst tussen en de curatoren en GRW was gesloten”. CIM Capital kan met andere woorden “niet voorhouden zij nog belang hebben als derde op te komen tegen de beslissing van versnelde verkoop, juist omdat de verkoop reeds had plaatsgevonden”.
Lees ook: Antwerpse investeringsgroep redt Neckermann
Nog volgens de rechter blijft CIM Capital “in gebreke om uiteen te zetten wat haar recht zou geven om informatie van de curatoren te bekomen om een bod te kunnen uitbrengen op de reeds verkochte activa”. “Des te meer dat zij voldoende tijd heeft gehad om voor het afsluiten van de definitieve overeenkomst (24 april 2024) verzet aan te tekenen.”
CIM Capital beriep zich eerder voor het verzet op “procedurefouten, waarbij andere bieders geen enkele kans kregen, geen toegang kregen tot bedrijfsinformatie en er oneigenlijk gebruik werd gemaakt van het insolventierecht”.