Van waspoeder over lucht- en waterfilters tot de omzetting van ruwe olie tot bruikbare materialen: elk van die chemische processen verloopt via katalyse. Daarbij zorgt een specifieke stof, de katalysator, dat een chemisch proces efficiënter verloopt. De zoektocht naar katalysatoren was giswerk tot de Gentse professor Veronique Van Speybroeck met haar onderzoek een trefzekere methode ontwikkelde.
Voor dat pionierswerk ontvangt Van Speybroeck dit jaar de Francqui-Prijs, de meest prestigieuze wetenschapsprijs in België. “De meeste chemische processen in de industrie zijn afhankelijk van katalyse”, zegt Ben Feringa, juryvoorzitter en Nobelprijswinnaar voor Scheikunde. “Dankzij haar werk kunnen we deze complexe processen minutieus begrijpen en verklaren.”
Van Speybroeck, fysicus van opleiding, gebruikt computermodellen om te voorspellen welke materialen als katalysator kunnen fungeren en welke condities de beste resultaten opleveren. Denk aan temperatuur of vochtigheid, maar ook het ingenieus samenbrengen van chemische elementen die een enorm groot effect kunnen hebben op de werking van de katalysator. Volgens de jury doet ze dat met ongeziene precisie.
Het is niet haar eerste prijs. Eind vorig jaar werd Van Speybroeck gelauwerd door de Technische Universiteit van München.
“Het moet ertoe doen”
Het fundamentele onderzoek van Van Speybroeck en haar veertigkoppige team van het Centrum voor Moleculaire Modellering behoort tot de wereldtop. Maar even belangrijk is dat het om uiterst relevant onderzoek gaat. “Onderzoek moet ertoe doen. Wij gebruiken onze kennis niet om eender wat, maar om duurzame technologieën mogelijk te maken”, zegt de laureaat.
Zo zoekt haar team al lang naar vervangers voor fossiele grondstoffen en werd een manier gevonden om van methanol een bouwsteen te maken voor plastiek en andere chemische componenten.
“Wie vandaag bij ons een doctoraat doet, gebruikt morgen zijn of haar opgedane kennis in de industrie”
Veronique Van Speybroeck
Vandaag willen ze naar manieren zoeken om een broeikasgas als CO₂ te kunnen opvangen en omzetten in herbruikbare chemicaliën. “Wij zitten aan de heel fundamentele kant met modellen die het gedrag van chemische stoffen op nanoschaal, het allerkleinste, in beeld brengen. Maar er zijn collega’s die luidop nadenken over hoe zo’n raffinaderij van de toekomst eruit kan zien. Er is nog veel werk, maar we geloven dat grote stappen vooruit kunnen worden gezet als iedereen de nodige inspanningen levert.”
250.000 euro
Aan de Francqui-Prijs is 250.000 euro gekoppeld. Van Speybroeck hoopt dat bedrag te kunnen gebruiken voor het meest innovatieve onderzoek. “Wie heel ambitieus wil zijn, kiest vaak niet de eenvoudigste weg. Deze prijs kan daarbij helpen”, zegt de prof, die pleit voor voldoende middelen voor fundamenteel onderzoek. “Een kenniseconomie moet blijven investeren in ongebonden fundamenteel onderzoek. Het levert niet altijd snel resultaat op, maar het gaat ook om de opleiding en kenniscreatie. Wie vandaag bij ons een doctoraat doet, gebruikt morgen zijn of haar opgedane kennis in de industrie.”