“De verwachtingen werden ruimschoots overtroffen in 2023”, zegt Jan De Nul in een persbericht met de jaarcijfers. De omzet kwam uit op 2,945 miljard euro, 18% meer dan in 2022. De ebitda (winst voor aftrek van rentekosten, belastingen, afschrijving en afboekingen) steeg met 40% tot 610 miljoen euro, goed voor een marge van 21% van de omzet. De nettowinst verdrievoudigde bijna tot 296 miljoen euro.
“Deze groeicijfers werden op een evenwichtige manier bereikt dankzij verschillende innovatieve projecten en weerspiegelen de operationele efficiëntie van onze teams over alle divisies heen”, luidt het in een persbericht van de groep. “Dit alles ondanks de huidige economische en geopolitieke onrust in verschillende delen van de wereld.”
Jan De Nul realiseerde wereldwijd 371 projecten. De activiteiten in Europa waren goed voor 44% van de groepsomzet, die in Azië en het Midden-Oosten voor 33%. Ruim driekwart van de omzet (77%) werd gerealiseerd met baggerwerken en windmolenparken in zee. De groep heeft daarnaast onder meer nog een milieu- en een bouwdivisie. Met die laatste legt de groep bijvoorbeeld de Scheldetunnel, onderdeel van de Oosterweelverbinding, aan, en bouwt ze de infrastructuur voor de F-35-gevechtsvliegtuigen op de luchtmachtbasissen van Florennes en Kleine-Brogel.
De groep startte 2024 met een “ongeëvenaard” orderboek van 8,9 miljoen euro, 38% dikker dan begin 2023. “De projecten zijn opnieuw goed gespreid over alle divisies van de groep”, klinkt het. Jan De Nul zit onder andere mee in het consortium dat het eerste kunstmatige energie-eiland ter wereld, het Prinses Elisabeth-eiland voor de Belgische kust, zal bouwen.