In commerciële panden daalde tussen 2013 en 2023 het aandeel van de winkels (van 40% naar 34%) en steeg het aandeel van de horeca (tot 20%) en consumentgerichte diensten (tot 34%). Eén op de vijf handelszaken is vandaag ingevuld als horecazaak. Het aantal eetgelegenheden nam met 5,5 % toe en het aantal horecazaken voor afhaalmaaltijden verdubbelde bijna in aantal.
Ondanks de daling van het aantal winkels steeg de totale winkelvloeroppervlakte. Vooral in de branche van persoonlijke verzorging en levensmiddelen was er een duidelijke uitbreiding van de oppervlakte zichtbaar (respectievelijk +31 % en +26 %). Kleding/mode (-10%), doe-het-zelf (-6%) en elektrozaken (-20 %) hebben dan weer aan oppervlakte ingeleverd. Bij de grote ketenwinkels met een oppervlakte van meer dan 1.600 vierkante meter valt de Limburgse groei op binnen de Vlaamse cijfers.
Gedeputeerde van Economie Tom Vandeput reageert: “Het is positief dat het overaanbod aan winkels in onze provincie daalt. Op basis van de Limburgse koopkrachtcijfers was dit overaanbod niet levensvatbaar, met leegstand tot gevolg. De verschuiving naar andere functies bewijst dat onze handelskernen zich meer en meer aanpassen aan de verwachtingen van de markt en de consument. Een goede mix van functies zorgt voor vitale handelskernen die zorgen voor de gevraagde winkelbeleving.”