Jacky en Marina Jacky en Marina verkopen hun unieke café Folklore. Foto: fvv

Jacky (67) en Marina (64) stoppen met hun legendarisch volkscafé Folklore: “Klanten smeken me om open te blijven”

Café Folklore is Gents erfgoed, met uitbaters Jacky en Marina als springlevende monumenten. Maar na veertig jaar draait het koppel de tapkraan van hun onvervalste bruine kroeg definitief dicht. “Jong en oud, artiesten, rechters en volksmensen … Jan-met-de pet en Jean-met-de-smoking: iedereen werd hier gelijk behandeld.”

Veertig jaar geleden stond Jacky Verdegem (67) in de file achter de tram in de Lange Steenstraat toen zijn oog viel op een bordje aan een herberg met de woorden ‘Over te nemen’. “In een opwelling parkeerde ik mijn auto om de hoek en ging binnen. Drie dagen later had ik de job van mijn leven gevonden: kroegbaas.”

Al was hij pas 27 jaar jong, Jacky was gepokt en gemazeld in de horeca. “Op mijn veertiende was ik begonnen als keukenhulpje, drie jaar later werkte ik in het sterrenrestaurant Comme Chez Soi en daarna deed ik jarenlang de zaal in de Nenuphar in Afsnee. Iedereen verklaarde me dan ook zot dat ik vrijwillig een elitezaak inruilde voor een onnozel volkscafé.”

Vier decennia later is overduidelijk dat Jacky’s buikgevoel helemaal juist zat. “Vijf jaar later, in 1989, kreeg ik de kans om het pand te kopen. Ik had gezien hoe het ene na het andere volkscafé zijn deuren sloot en besloot de Folklore te kopen. Die week heb ik niet geslapen, maar ik was een vrij man.”

“Iedereen verklaarde mij zot dat ik vrijwillig een elitezaak inruilde voor een onnozel volkscafé”

Jacky Verdegem

Café Folklore koestert zijn karakter van onvervalste bruine kroeg: een massief eiken toog, vijftig jaar oude tafeltjes met een rood ‘sigarettenproof’ blad, een wand die doorbuigt onder de tegelwijsheden en zeldzame vintage reclameborden van bieren. Er is al veertig jaar lang een manillenclub en Stella Artois van het vat.

Modieuze hapjes zal je hier vergeefs zoeken. Maar er staat altijd een voorraadje droge worsten en gekookte eieren klaar en op vrijdag zijn er sandwichen met gehakt. Wat je ook bestelt, je krijgt er gratis een portie zelfbereide kroakemandels bij, “de Gentse kaviaar van de werkmens”. Geen wonder dat zelfs de Japanse televisie hier kwam filmen. Alleen de jukebox is nieuw.

In een weekend tappen Jacky en Marina duizend pintjes van de tap. Foto: fvv

Masterclass caféwetenschappen

“Maar je café mag nog in het goud staan, het is de cafébaas die zijn klanten moet verdienen”, zegt Jacky, die men eigenlijk een masterclass caféwetenschappen zou moeten aanbieden. “Jong en oud, artiesten, rechters en volksmensen mixen hier spontaan. Jan-met-de pet en Jean-met-de-smoking, iedereen wordt gelijk behandeld. Maar ik eis wel hetzelfde respect dat ik voor de klant heb. Wie binnenkomt en om een pint roept, antwoord ik: ‘Een pint kost twee euro zeventig, een pint, mijnheer twee euro vijftig.’”

“Ik praat met iedere klant, ook al vertelt hij al twintig jaar hetzelfde verhaal. Mensen die niks zeggen, lok ik uit hun kot. En voor eenzame mensen heb ik altijd een luisterend oor. Wie dronken is, komt er niet in en wie zich hier heeft bezat, vraag ik vriendelijk of het geen tijd is om ergens iets te gaan eten.”

“Wie om een pint roept, antwoord ik: “Een pint kost twee euro zeventig, een pint, mijnheer twee euro vijftig”

Jacky Verdegem

“Een goede waard mag niet te familiair zijn met de klanten; er moet altijd een beetje afstand zijn. Dansen in het café laten we niet toe, want daar komt alleen maar miserie van. En ze moeten Marina niet aanspreken met loetje maar met haar naam. Madame mag ook.”

Marina Van Geluwe kwam er 37 jaar geleden bij. “Ik baatte toen een wasserij uit”, zegt zij. “We gingen allebei door een scheiding, ik woonde aan de overzijde van zijn café en van het een kwam het ander.” Personeel hebben ze nooit gehad, ook niet nu zij 64 is en hij 67.

1.000 pinten

“Vrijdagochtend om 9 uur gaan we open. Niet om vijf over negen, hé. Want dan staan er meestal al enkele klanten aan de deur te wachten. We doen door tot 1 uur ’s nachts. Dan is het tijd voor het laatste rondje. Vorige zaterdag was op dat uur nog een vijftigtal klanten aanwezig. Dan is het al snel 2.30 uur als de laatste effectief buiten is.”

“Gelukkig wonen we boven het café, maar in een weekend komen we toch aan niet meer dan negen uur slaap. Tegen dat we zondag om 20 uur sluiten, hebben we meestal ons duizendste pilsje getapt.” Daarna kunnen Jacky en Marina recupereren tot de volgende vrijdagochtend.

“We doen het nog graag, maar het lichaam begint tegen te stribbelen”, zegt Jacky. “En dat ik vorig jaar een broer van nauwelijks 62 jaar heb moeten begraven, heeft mij toch aan het denken gezet. Geen van onze drie kinderen wil de zaak overnemen. We kunnen het makkelijk verhuren voor 2.000 euro per maand, maar ik ken mezelf: dan blijf ik bezig met de zaak. Dus trekken we een duidelijke streep en verkopen we alles: het café, de woning en de B&B-kamer achterin.”

Overnemer

“We hopen natuurlijk dat het een café blijft, en het liefst nog dat er niets verandert, maar daar beslist de koper over.” Een zeldzame troef van de Folklore is dat het een vrij café is, zodat de uitbater niet aan handen en voeten aan een brouwerij is gebonden. “Wordt het toch geen café, dan verkopen we de inboedel per stuk.” Wie nu meteen naar de Lange Steenstraat wil hollen om het pand uit 1667 te kopen, steekt eerst beter maar 800.000 euro in zijn portemonnee.

Jacky en Marina zijn er nog niet uit waar hun toekomst ligt. De kust, waar ze al zeventien jaar een stacaravan hebben in Bredene, is een optie. Spanje een andere. “Maar als het kan, komen we hier zeker nog iets drinken”, zegt Jacky. “Al weet ik dat ik het lastig zal hebben om de plateau niet uit de handen van de garçon te trekken.”