Je kunt hem niet missen langs de spoorweg voorbij het Centraal Station: ‘Hongaarse Winkel’, prijkt in grote letters boven de etalage. Niet meteen een toonbeeld van originele naamgeving, maar je weet wel direct uit welk land de specialiteiten komen. De eigenlijke naam Magyar Bolt, wat exact hetzelfde betekent, doet niet meteen een belletje rinkelen.
Een Hongaarse winkel dus, en wel de enige in ons land. Binnen verwelkomt zaakvoerder Zoltan Sebok (45) ons gastvrij. “Wil je iets drinken?” Hij diept een gekoelde cappuccino op uit een koelkast vol – Hongaarse, jawel – energiedrankjes. Zijn vriendin Szilvia Kenderes bedient ondertussen de klanten. “Die komen vanuit heel België, maar ook daarbuiten”, vertelt Zoltan. “Ik heb lang in Toronto, in Canada, gewoond tot we naar Nederland verhuisden. Ruim vier jaar geleden zijn we dan naar Antwerpen gekomen toen we een mooie opportuniteit zagen om deze winkel over te nemen.”
Gerookt varkensvlees
En die winkel dompelt je helemaal onder in de Hongaarse eetcultuur. De toog met charcuterie is een eyecatcher. “Hongaren zijn dol op gerookt varkensvlees. De salami’s zijn wereldberoemd. Ze hebben een sterke, rijke smaak, van licht tot zeer pikant.” De Hongaren zelf gaan voor het straffere werk. “Pikant paprikapoeder is een must in vele gerechten.” In de rekken vind je heel mooie zakjes met gemalen Hongaarse pepers.
Een topgerecht uit Hongarije dat we allemaal kennen? Goulash. “Belgen kopen de goulashcrème (gulyáskrém) soms met tien tubes tegelijk.” We spotten een paar gigantische houten lepels. “Om in de zomer buiten te koken in grote potten, voor de hele familie. Food is love is family”, vindt Zoltan. En daar hoort vaak ook (sterke) drank bij. De Hongaarse korte drank palinka, een soort slivovitz (merk Fütyülos), wordt gemaakt met alle soorten vruchten. Het is sterk spul: van 37 tot 50 graden. Leuk om cadeau te geven, en doe er meteen een houten plankje met shotglaasjes bij.
Zoete aperitiefwijn
“Veel bekender is de Hongaarse zoete witte wijn Tokaj”, zegt Zoltan. “Heel lekker als aperitief.” We grasduinen door de andere rekken: opgelegde bonen, augurken en zuurkool in de koelkast. Eendenvet, varkensvet, ganzenvet … “Dat geeft meer smaak aan het eten.” Allerlei soorten pasta. “Anders dan de Italiaanse, en voor elk gerecht een andere variant.” Veel kruiden ook, “om gevulde kool te maken bijvoorbeeld”, vissoep in de diepvries, zure room, sterkere azijn dan wij gewend zijn, en ook heel wat zoetigheden. “Kastanjepuree, heerlijk met slagroom.” En een bijzondere reep waarmee elke Hongaar is opgegroeid: “De túro rudi, cottage cheese omhuld met chocolade. Dat is een heel speciale traditie die je nergens anders vindt.”